Boete voor overtreding Hygiëneverordening houdt stand

Levensmiddelenbedrijven moeten onder andere voldoen aan hygiënevoorschriften. De algemene hygiënevoorschriften zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 852/2004. Als deze voorschriften niet worden nageleefd, kan daartegen handhavend worden opgetreden door bijvoorbeeld het opleggen van een boete. Zo’n boete was aan de orde in een uitspraak van rechtbank Rotterdam van 3 januari 2017 (ECLI:NL:RBROT:2017:70).

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie VWS) had naar aanleiding van een controle van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aan een levensmiddelenbedrijf een boete opgelegd. Volgens de toezichthouders van de NVWA waren de bedrijfsruimten van het bedrijf niet schoon, omdat zij daar muizenuitwerpselen hadden aangetroffen.

Bedrijfsruimten van levensmiddelenbedrijven moeten schoon zijn. Dat is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 852/2004 (Hygiëneverordening). In het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen is bepaald dat het is verboden om in strijd met dit voorschrift (en andere voorschriften) uit de Hygiëneverordening te handelen.

Als sprake is van een overtreding van voorschriften uit de Hygiëneverordening dan kan daartegen handhavend worden opgetreden. Vaak wordt een boete opgelegd. Maar er kan bijvoorbeeld ook worden besloten tot het (tijdelijk) sluiten van bedrijfsruimten en/of het opleggen van een last onder dwangsom.

Wanneer in een korte tijd meerdere boetes aan een levensmiddelenbedrijf worden opgelegd, kan dat voor de NVWA aanleiding zijn om een bedrijf – soms zelfs volledig ten onrechte – als ‘notoire overtreder’ aan te merken. Het bedrijf komt dan onder verscherpt toezicht te staan, met alle (mogelijke) gevolgen van dien.

Alleen dat kan al een reden zijn om een door de NVWA c.q. het Ministerie VWS opgelegde boete ter discussie te stellen. Mogelijk was dat ook een reden voor het levensmiddelenbedrijf in de uitspraak van rechtbank Rotterdam van 3 januari 2017. Aan het bedrijf waren in een eerder stadium al boetes opgelegd voor soortgelijke overtredingen. Sinds (het onherroepelijk worden van) de vorige boetes waren nog geen twee jaar verstreken. Daarom was de boete nu met 100% verhoogd. Dit is mogelijk gemaakt in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Het levensmiddelenbedrijf was het niet eens met de opgelegde boete en stelde daartoe de constateringen van de toezichthouders van de NVWA ter discussie. De rechtbank volgde het betoog van het levensmiddelenbedrijf echter niet. Volgens de rechtbank bestond er geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van hetgeen de toezichthouder van de NVWA met betrekking tot de hygiënische staat van de bedrijfsruimten voor levensmiddelen heeft vermeld in het rapport van bevindingen, dat op ambtsbelofte is opgemaakt. Daarbij heeft de rechtbank er ook rekening mee gehouden dat toezichthouders zijn getraind om hun bevindingen te onderscheiden naar wat wel en niet is toegestaan. De rechtbank heeft de boete daarom in stand gelaten.

mw. mr. Franca Damen