PAS-melding is geen toestemming o.g.v. Habitatrichtlijn

De bevestiging van een melding in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof levert geen formeel besluit op en is daarom niet appellabel. Dit oordeelde de Raad van State in een uitspraak van 2 november 2016 (201509082, ECLI:NL:RVS:2016:2903 e.a.). Ook oordeelde de Raad van State dat hiermee geen toestemming op grond van de Habitatrichtlijn is verleend.

Met deze uitspraak heeft de Raad van State de uitspraak van de Voorzieningenrechter van 6 november 2015 bevestigd. In deze uitspraak oordeelde de Voorzieningenrechter al (voorlopig) dat een PAS-melding geen appellabel besluit is.

Voor een toelichting op het relevant juridisch kader verwijs ik u graag naar mijn artikel over de uitspraak van 6 november 2015.

In navolging op de Voorzieningenrechter heeft de Raad van State in de uitspraak van 2 november 2016 overwogen dat de uitzondering op de Nb-vergunningplicht voor projecten en andere handelingen die een stikstofdepositie veroorzaken waarmee de grenswaarde, zoals vastgelegd in het Besluit grenswaarden PAS, niet wordt overschreden, rechtstreeks uit het wettelijk kader volgt (artikel 19kh, zevende lid, Nb, in samenhang met artikel 2, eerste lid, Besluit grenswaarden PAS). De melding noch de meldingsbevestiging is in de Nb, het Besluit grenswaarden PAS of de Regeling PAS als voorwaarde gesteld voor het van toepassing zijn van de uitzondering op de vergunningplicht. De uitzondering geldt dus ongeacht of het project of de andere handeling wel of niet is gemeld en of een gedane melding al dan niet is bevestigd. Gelet hierop is een meldingsbevestiging niet op rechtsgevolg gericht. Een meldingsbevestiging levert dus geen formeel besluit op en is daarom niet appellabel. Daarom is de Raad van State onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.

Van belang om in aanvulling op deze overwegingen van de Raad van State op te merken, is dat het ten onrechte niet, of juist wel, doen van een melding, een strafbaar feit kan opleveren. Voor een toelichting daarop verwijs ik graag naar mijn artikel ‘Inwerkingtreding Programmatische Aanpak Stikstof’. Het doen van een melding blijft dus van belang voor een wijziging van de bedrijfsvoering.

Tot slot sta ik stil bij de overweging van de Raad van State dat met (de bevestiging van) een PAS-melding geen toestemming wordt verleend als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. Ondanks dat deze overweging voor de hand ligt nu geen sprake is van een besluit, acht ik deze overweging toch van belang. Artikel 6 van de Habitatrichtlijn vormt namelijk het belangrijkste Europees toetsingskader waaraan moet worden voldaan. Voor een toelichting daarop verwijs ik u graag naar mijn artikel ‘Habitatrichtlijn als basis voor vergunningplicht Natuurbeschermingswet’.

Of een PAS-melding – c.q. deze systematiek van de Programmatische Aanpak Stikstof – toereikend is om aan artikel 6 van de Habitatrichtlijn te voldoen, zal later in andere zaken ongetwijfeld nog aan de orde komen.

mw. mr. Franca Damen