Wetsvoorstel PAS ten aanzien van bestemmingsplannen

Op dit moment ligt het wetsvoorstel ten behoeve van de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) voor. Een belangrijk artikel uit het wetsvoorstel betreft onder meer het voorgestelde artikel 19km Natuurbeschermingswet (hierna: Nb). Dit artikel bepaald, kort gezegd, in welk soort toestemmingsbesluiten ontwikkelingsruimte zoals opgenomen in de PAS kan worden toegekend. De toedeling van ontwikkelingsruimte aan een project of andere handeling vindt op grond van het voorgestelde artikel 19km, eerste lid, Nb plaats in het besluit waarbij tot verlening van toestemming voor dat project of die handeling wordt overgegaan. Dit is een wijziging ten opzichte van de huidige bepaling in de Natuurbeschermingswet. Thans bepaalt artikel 19km, eerste lid, Nb namelijk dat deze toedeling plaatsvindt bij de vaststelling van het beheerplan. De thans voorgestelde regeling biedt voor de praktijk meer flexibiliteit. Immers hoeft met de aanvang van een project of handeling niet te worden gewacht op het vaststellen van een beheerplan of een wijziging daarvan.

Uit de tekst van het voorgestelde artikel 19km, eerste lid, Nb volgt dat de toedeling van de ontwikkelingsruimte onderdeel is van het toestemmingsbesluit en dus geen afzonderlijk besluit vormt. De ontwikkelingsruimte kan in verschillende besluiten worden toegewezen, waaronder besluiten op grond van artikel 19d, eerste lid, Nb (vergunningverlening) en omgevingsvergunningen waarop hoofdstuk IX van de Natuurbeschermingswet van toepassing is (artikel 46-48 Nb). In laatstgenoemde situatie wordt bij het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van de omgevingsvergunning in de verklaring aangegeven of en in welke mate ontwikkelingsruimte kan worden toegekend. Het toedelen van de ontwikkelingsruimte geschiedt overeenkomstig de uitgangspunten die daarvoor zijn vastgesteld in de PAS (voorgesteld artikel 19kh, vierde en vijfde lid, Nb).

De afgelopen tijd heb ik op meerdere websites c.q. in meerdere stukken de veronderstelling gelezen dat ook bestemmingsplannen kunnen worden aangemerkt als toestemmingsbesluiten als bedoeld in het voorgestelde artikel 19km Nb. Deze veronderstelling behoeft evenwel een grote nuancering. Op grond van het voorgestelde artikel 19km Nb zijn namelijk enkel bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 19db, eerste lid, Nb aan te merken als toestemmingsbesluiten waarin ontwikkelingsruimte kan worden toegedeeld. Een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19db, eerste lid, Nb betreft een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.3 van de Crisis- en herstelwet. De ‘gebruikelijke’ bestemmingsplannen – zoals een bestemmingsplan voor een buitengebied – vallen hier dus uitdrukkelijk niet onder, reden waarom bij de vaststelling van dergelijke bestemmingsplannen geen ontwikkelingsruimte kan worden toegedeeld op basis van het voorgestelde artikel 19km Nb.

Over het wetsvoorstel voor de Programmatische Aanpak Stikstof ten aanzien van bestemmingsplannen kan voorts worden opgemerkt dat de huidige voorziening zoals opgenomen in artikel 19kd Nb in het wetsvoorstel komt te vervallen. Reden daarvoor zou blijkens de Memorie van Toelichting zijn dat aan deze voorziening geen behoefte meer zou bestaan na de inwerkingtreding van de PAS. Daarmee verliest de wetgever evenwel uit het oog dat artikel 19kd Nb ook betrekking heeft op plannen en voor plannen geen nieuwe voorziening in het wetsvoorstel is opgenomen. Derhalve valt niet in te zien waarom aan de huidige voorziening als bedoeld in artikel 19kd Nb ten aanzien van plannen geen behoefte meer zou bestaan na inwerkingtreding van de PAS. Dat in de Memorie van Toelichting niet wordt ingegaan op de reden voor het laten vervallen van artikel 19kd Nb ten aanzien van plannen zou overigens verband kunnen houden met het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State waarin expliciet wordt overwogen dat artikel 19kd Nb ten aanzien van plannen in strijd is met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. Voor een nadere toelichting daarop verwijs ik u graag naar mijn eerdere artikel over dit onderwerp. Op deze wijze lijkt de wetgever de daadwerkelijke reden voor het laten vervallen van artikel 19kd Nb ten aanzien van plannen in het wetsvoorstel te willen verhullen.

mw. mr. Franca Damen