Beoordeling ammoniak bij veehouderij en mestverwerking
Indien binnen een inrichting sprake is van een veehouderij en een mestverwerkingsbedrijf, rijst met name ten aanzien van geur en ammoniak regelmatig de vraag op welke wijze deze aspecten beoordeeld dienen te worden. In haar uitspraak van 21 mei 2014 (201302315) ging de Raad van State duidelijk in op de beoordeling van ammoniak in een dergelijke situatie.
In deze uitspraak was een milieuvergunning voor het veranderen van een varkenshouderij aan de orde. Onderdeel van de milieuvergunning was ook de uitbreiding van de inrichting met een mestverwerkingsinstallatie. Tegen deze milieuvergunning was beroep ingediend. Daarin werd onder andere gesteld dat het bevoegd gezag het aspect ammoniak niet goed zou hebben beoordeeld.
Het bevoegd gezag stelde zich op het standpunt dat de varkenshouderij en de mestverwerkingsinstallatie onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren en dat uit de NeR (Nederlandse Emissierichtlijn lucht) volgt dat in dat geval de gereinigde emissie per bedrijfsonderdeel afzonderlijk kan worden bepaald. Cumulatie van de emissie was volgens het bevoegd gezag niet mogelijk, nu voor de beoordeling van ammoniakemissie vanuit de dierenverblijven de Wet ammoniak veehouderij het exclusieve toetsingskader is.
De Raad van State acht het standpunt van het bevoegd gezag onjuist. De NeR heeft als uitgangspunt dat de emissies van verschillende bronnen binnen de inrichting bij elkaar worden opgeteld. Indien een inrichting uit verschillende onafhankelijke onderdelen bestaat, bestaat echter ruimte om de emissies van die onderdelen niet op te tellen. Het standpunt van het college dat de varkenshouderij en de mestverwerkingsinstallatie onafhankelijke onderdelen van de inrichting zijn, deelt de Raad van State niet. Een belangrijk deel van de volgens de vergunning te verwerken mest, te weten ongeveer 37%, is afkomstig van de eigen varkenshouderij en wordt vanuit de stallen naar de mestsilo en vervolgens naar de loods met de mestverwerkingsinstallatie gepompt. De aangevraagde mestverwerkingsinstallatie is gelet hierop voor een belangrijk deel verbonden aan de varkenshouderij en geen onafhankelijk bedrijfsonderdeel binnen de inrichting. Voor de beoordeling van de milieugevolgen van de mestverwerking moeten daarom, conform de NeR, de emissies vanuit de dierenverblijven mede in beschouwing worden genomen.
Dat de Wet ammoniak veehouderij moet worden toegepast bij de beoordeling van vergunningaanvragen voor het houden van varkens in de dierenverblijven, betekent niet dat de emissie uit de dierenverblijven voor de beoordeling van de aangevraagde verandering niet kan worden berekend conform de NeR, of meer specifiek: in de in de NeR gebruikte eenheid van g/uur. De ammoniakemissie vanuit de dierenverblijven mag dus bij de ammoniakemissie vanuit de mestverwerkingsinstallatie worden opgeteld.
Nu er gelet op de mestverwerkingsplicht steeds meer mestverwerkingsinstallaties zullen komen, zal bovenstaande uitspraak voor de praktijk nog van belang zijn.
mw. mr. Franca Damen