Grondgebonden groei melkveehouderij

Op 1 januari 2016 zal de nieuwe regeling grondgebonden groei melkveehouderij in werking treden. Dat is althans de bedoeling. Of dit middels een AMvB gebeurt danwel middels een wijziging van de wet, is op dit moment nog niet bekend. In dit artikel ga ik in op de aangekondigde AMvB en het voorstel tot wijziging van de wet.

Achtergrond

Met ingang van 1 januari 2015 is het stelsel van verantwoorde groei melkveehouderij van kracht geworden (Wet verantwoorde groei melkveehouderij). Dit stelsel geeft bedrijven met melkvee de mogelijkheid om te groeien, mits de toename van het fosfaatoverschot van melkvee op het bedrijf ten opzichte van het referentiejaar 2013, het zogenaamde melkveefosfaatoverschot, gecompenseerd wordt met extra grond, 100% mestverwerking of een combinatie van beide.

Voor de realisatie van de doelen van het mestbeleid is een strikte grondgebondenheid op bedrijfsniveau geen voorwaarde. Het kabinet acht grondgebondenheid echter wel een maatschappelijke randvoorwaarde om te kunnen blijven produceren. Om die reden streeft het kabinet een grondgebonden groei van melkveehouderij na.

Bij de invoering van de Wet verantwoorde groei melkveehouderij is reeds wettelijk bepaald dat de mogelijkheid om groei uitsluitend te verantwoorden met 100% mestverwerking zal worden ingeperkt. Deze inperking betekent dat een melkveehouderij in de toekomst enkel nog mag groeien indien sprake is van een grondgebonden groei. De maatregel is dus bedoeld om volledig grondloze groei van de melkveehouderij te voorkomen en het grondgebonden karakter van de melkveehouderij als sector te behouden.

AMvB grondgebonden groei melkveehouderij

Daartoe heeft de Staatssecretaris in een brief van 29 maart 2015 de AMvB grondgebonden groei melkveehouderij aangekondigd. Het gaat daarbij om een ontwerp van het besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet.

Voorstel Wet grondgebonden groei melkveehouderij

Omdat de Staatssecretaris tijdens de behandeling in de Eerste Kamer heeft toegezegd om de verplichtingen uit de AMvB grondgebonden groei melkveehouderij op te zullen nemen in een voorstel tot wijziging van de Meststoffenwet, is inmiddels een voorstel voor de Wet grondgebonden groei melkveehouderij bekend gemaakt.

Hierin is het volgende bepaald:

Het melkveefosfaatoverschot dat in enig jaar voor mestverwerking in aanmerking komt, is het melkveefosfaatoverschot dat in het jaar 2014 is ontstaan, vermeerderd met:

  • maximaal 100% indien het overschot per hectare per jaar lager is dan 20 kg per hectare;
  • maximaal 75% indien het overschot per hectare per jaar gelijk is aan of hoger is dan 20 kg per hectare en gelijk is aan of lager is dan 50 kg per hectare;
  • maximaal 50% indien het overschot per hectare per jaar hoger is dan 50 kg per hectare.

Het overschot per hectare wordt als volgt berekend:

  • de productie van dierlijke meststoffen door melkvee op een bedrijf in kg fosfaat in het voorgaande kalenderjaar verminderd met de fosfaatruimte van het bedrijf in het voorgaande kalenderjaar
  • gedeeld door het aantal hectaren tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond in het voorgaande kalenderjaar.

Grond kan alleen worden opgevoerd als tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond, wanneer deze in het kader van een normale bedrijfsvoering bij dat bedrijf in gebruik is en is gelegen in Nederland.

Op voornoemde regel voor de grondgebonden groei melkveehouderij bestaat een uitzondering, en wel voor een bedrijf dat voor 1 februari 2016 aantoont dat het voor 30 maart 2015 financiële verplichtingen is aangegaan om het gehele melkveefosfaatoverschot te laten verwerken én het bedrijf binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar aantoont dat het melkveefosfaatoverschot is verwerkt door degene met wie de financiële verplichtingen zijn aangegaan.

Verschil tussen AMvB en wetsvoorstel

Tussen de ontwerp AMvB en het wetsvoorstel bestaan een aantal verschillen. De Staatssecretaris heeft deze in haar brief van 12 oktober 2015 op heldere wijze toegelicht:

  • de berekening van het van toepassing zijnde percentage van de groei van de melkveefosfaatproductie sinds 2014 dat maximaal mag worden verwerkt, is aangepast; het overschot per hectare wordt in het wetsvoorstel berekend op basis van de gegevens over het melkveefosfaatoverschot per hectare van het vorige kalenderjaar, en niet op basis van deze gegevens over het huidige jaar, zoals voorgesteld in de AMvB;
  • de knelgevallenvoorziening is aangepast voor bedrijven die verplichtingen zijn aangegaan om groei te realiseren op basis van mestverwerking; de oorspronkelijke datum van 7 november 2014 is veranderd naar 30 maart 2015.

Deze wijzigingen zijn ook doorgevoerd in een aangepaste versie van de AMvB grondgebonden groei melkveehouderij.

Verhouding AMvB vs. wetsvoorstel

De bedoeling is dat de nieuwe regeling voor de grondgebonden groei van de melkveehouderij op 1 januari 2016 van kracht wordt. Indien het wetsvoorstel op dat moment nog niet in een wet heeft geresulteerd, zal op dat moment de AMvB van kracht worden. Indien de wet wel op 1 januari 2016 in werking kan treden, zal de AMvB niet in werking treden.

Juridisch

Of de regeling ten behoeve van de grondgebonden groei melkveehouderij juridisch stand kan houden, is nog maar de vraag. Reden daarvoor is dat – zoals ook in de toelichting op de nieuwe regeling staat vermeld – de beoogde maatregel een belemmerend effect kan hebben en onzeker is of hiervoor een rechtvaardiging bestaat. Dit is dus een belangrijk punt om in de gaten te houden.

mw. mr. Franca Damen