Mogelijkheid generieke afroming productierechten pluimvee en varkens
Met het oog op de invoering van het stelsel van fosfaatrechten voor de melkveehouderij zal de Meststoffenwet worden gewijzigd. In deze wijziging zal tevens de mogelijkheid tot een generieke afroming van de productierechten voor pluimvee en varkens worden opgenomen. Dit maakte Staatssecretaris Van Dam op 17 maart 2016 bekend in de beantwoording van Kamervragen.
Generieke afroming productierechten
Op dit moment is nog niet gebleken van een overschrijding van het sectorplafond in de varkenshouderij en pluimveehouderij. Of mogelijk (toch) sprake is van een overschrijding moet blijken uit de definitieve mestproductiecijfers van het CBS die in juni 2016 worden verwacht.
Om tijdig en adequate sturing op de fosfaatproductie in de varkens- en pluimveehouderij mogelijk te maken, zal Staatssecretaris Van Dam in het voorstel tot wijziging van de Meststoffenwet ten behoeve van de invoering van het stelsel van fosfaatrechten, een voorziening opnemen die een generieke afroming van productierechten voor varkens en pluimvee mogelijk maakt.
Uitwisselen fosfaatrechten met productierechten
In tegenstelling tot eerdere berichtgeving heeft Van Dam thans aangegeven bereid te zijn om in het wetsvoorstel tot wijziging van de Meststoffenwet ten behoeve van de invoering van het stelsel van fosfaatrechten, een voorziening op te nemen die een uitwisseling tussen varkens-, pluimvee- en fosfaatrechten bij algemene maatregel van bestuur mogelijk maakt.
Overdragen fosfaatrechten
Zoals Van Dam reeds in zijn brief van 3 maart 2016 heeft aangegeven, zal er een onderscheid zijn tussen wel en niet vrij verhandelbare c.q. overdraagbare fosfaatrechten. De fosfaatrechten die aan een bedrijf zullen worden toegekend in 2017 zullen vrij overdraagbaar zijn. Wanneer fosfaatrechten worden overgedragen, vindt er een afroming van 10% plaats. Die afgeroomde rechten komen ten goede van de fosfaatbank. De afroming dient allereerst om de fosfaatproductie onder het plafond te brengen. Wanneer dat is bereikt, zullen fosfaatrechten uit de fosfaatbank toegedeeld kunnen worden. De uit de fosfaatbank verkregen rechten worden niet overdraagbaar en mogen alleen worden benut voor de productie van fosfaat door melkvee onder de voorwaarden die bij het verkrijgen van de rechten zijn gesteld.
Weidegang
In de beantwoording van de Kamervragen brengt Van Dam nogmaals duidelijk naar voren dat weidegang geen criterium vormt bij de toekenning van fosfaatrechten.
Vleesvee
Het stelsel van fosfaatrechten richt zich uitsluitend op die bedrijven die dieren houden die benodigd zijn voor de productie van melk. Het gaat dan in de eerste plaats om die dieren die gehouden worden voor de productie van melk (categorie 100 “melk- en kalfkoeien”). In de tweede plaats gaat het om die dieren die gehouden worden ter vervanging van melk- en kalfkoeien (categorie 101 “jongvee jonger dan 1 jaar, te weten alle runderen jonger dan 1 jaar met uitzondering van startkalveren, witvleeskalveren, rosévleeskalveren en vleesstieren” en categorie 102 “jongvee ouder dan 1 jaar, te weten alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren”).
Vleesvee (categorieën 112, 114, 115, 116, 117 en 122) wordt niet gehouden voor de productie van melk en wordt om die reden buiten het stelsel van fosfaatrechten gehouden.
mw. mr. Franca Damen