Nadere invulling stelsel fosfaatrechten melkveehouderij

Op 3 maart 2016 maakte Staatssecretaris Van Dam een nadere invulling van het stelsel van fosfaatrechten voor de melkveehouderij bekend. In de brief wordt op enkele punten nadere duidelijkheid gegeven, maar helaas blijft er nog steeds veel onduidelijk.

Aankondiging fosfaatrechten

Op 2 juli 2015 werd de invoering van fosfaatrechten voor de melkveehouderij aangekondigd. Daarover kunt u meer lezen in mijn artikelen “Invoering fosfaatrechten melkveehouderij” en “Update over invoering fosfaatrechten melkveehouderij”.

Nadere invulling

Over de nadere invulling van het stelsel van fosfaatrechten voor de melkveehouderij heeft veel overleg plaatsgevonden. Doordat er binnen de melkveehouderij een grote diversiteit aan bedrijven bestaat, liepen de standpunten van partijen die waren betrokken bij het overleg behoorlijk uiteen.

Op enkele punten is inmiddels enige nadere duidelijkheid gekomen:

  • Peildatum blijft 2 juli 2015 en referentiejaar blijft 2014.
  • Aantal fosfaatrechten wordt gebaseerd op het aantal gehouden stuks melkvee op 2 juli 2015 en de op de gemiddelde melkproductie per koe gebaseerde forfaitaire fosfaatexcretie die volgt uit de Meststoffenwet.
  • Extensieve bedrijven: bedrijven die op basis van het aantal gehouden stuks melkvee op 2 juli 2015 en de fosfaatruimte op het bedrijf op basis van de Gecombineerde Opgave 2015 geen fosfaatoverschot hadden op een bedrijf, krijgen voor een deel van de latente plaatsingsruimte extra rechten.
  • Afroming bij overdracht: fosfaatrechten kunnen vrij worden overgedragen. Bij overdracht wordt een percentage van de overgedragen rechten afgeroomd. Het percentage wordt waarschijnlijk vastgesteld op 10%. Aan deze vrije overdracht zullen geen voorwaarden (met betrekking tot bijvoorbeeld grondgebondenheid) worden gesteld.
  • Generieke afroming: doordat het fosfaatproductieplafond wordt overschreden en doordat extra rechten worden toegekend aan extensieve bedrijven en knelgevallen, zal een generieke afroming plaatsvinden. Het definitief afromingspercentage wordt op 1 juli 2017 vastgesteld en zal naar verwachting liggen tussen 4% en 8%. Bedrijven krijgen naar verwachting tot 2018 de tijd om de fosfaatproductie in overeenstemming te brengen met het aantal fosfaatrechten.
  • Beschikking fosfaatrechten: het aantal fosfaatrechten dat aan een bedrijf wordt toegekend, zal worden vastgelegd in een beschikking.
  • Fosfaatbank: door afroming bij overdracht wordt bijgedragen aan het verlagen van de fosfaatproductie tot onder het plafond. Vanaf het moment dat de fosfaatproductie onder het plafond is, zal bij RVO.nl een faciliteit in de vorm van een fosfaatbank worden gecreëerd om de afgeroomde rechten opnieuw toe te delen. Bedrijven zullen daarvoor moeten voldoen aan nader te bepalen criteria. Op deze wijze verworven rechten kunnen niet vrij worden overgedragen. De mate van grondgebondenheid van bedrijven zal van belangrijke betekenis zijn bij de toedeling van rechten door de fosfaatbank.
  • Knelgevallenregeling: er zal een zeer beperkte voorziening komen voor knelgevallen. “Het gaat daarbij (…) bijvoorbeeld om ondernemers die als gevolg van ziekte van de ondernemer of als gevolg van een dierziekte aantoonbaar minder melkvee hielden op de peildatum, en ook om recent gestarte bedrijven die ofwel op de peildatum aantoonbaar onomkeerbare financieringsverplichtingen zijn aangegaan ofwel waarbij de veebezetting op de peildatum aantoonbaar hoofdzakelijk bestond uit jongvee dat bedoeld is voor melkproductie op het bedrijf.” Knelgevallen zullen gedeeltelijk worden gecompenseerd.
  • Inwerkingtreding: het stelsel van fosfaatrechten zal waarschijnlijk op 1 januari 2017 in werking treden.

Er zal dus een onderscheid komen in fosfaatrechten die wel respectievelijk niet vrij verhandelbaar zijn. De fosfaatrechten die vanaf 1 juli 2017 aan een bedrijf worden toegekend, zijn vrij verhandelbaar, zonder dat daaraan voorwaarden worden gesteld. Bij de overdracht vindt een afroming van waarschijnlijk 10% plaats. Wanneer de fosfaatproductie zodanig is afgeroomd, dat deze onder het plafond komt, wordt een fosfaatbank gecreëerd om afgeroomde rechten opnieuw toe te delen. Aan het toedelen van deze fosfaatrechten zullen voorwaarden worden gesteld. De fosfaatrechten die op deze wijze worden verkregen, zijn niet vrij verhandelbaar.

Bezwaar beschikking fosfaatrechten

Het aantal fosfaatrechten wordt op bedrijfsniveau vastgesteld in een beschikking. Tegen een beschikking kan desgewenst bezwaar worden ingediend. Het is te zijner tijd dan ook van belang om goed na te gaan of het aantal fosfaatrechten op juiste wijze is vastgesteld en of dit juridisch juist is.

Derogatie

De invoering van fosfaatrechten houdt verband met een overschrijding van het fosfaatproductieplafond, dat als voorwaarde is verbonden aan de derogatie die Nederland heeft gekregen. In zijn brief van 3 maart 2016 heeft Staatssecretaris Van Dam ook aangegeven bij de Europese Commissie te willen bepleiten dat het niet nodig is om nog langer via een plafond in de derogatiebeschikking de fosfaatproductie in absolute zin te begrenzen. De gedachte daarachter is dat met het stelsel van verplichte mestverwerking zeker wordt gesteld dat het fosfaatoverschot geen extra milieurisico met zich brengt.

mw. mr. Franca Damen