Overgangsrecht voor Besluit emissiearme huisvestingssystemen

In het wetsvoorstel voor het nieuwe Besluit emissiearme huisvestingssystemen landbouwhuisdieren is geen overgangsrecht opgenomen voor omgevingsvergunningen die zijn aangevraagd vóór inwerkingtreding van het nieuwe Besluit huisvestingssystemen. Naar aanleiding van Kamervragen die hierover zijn gesteld, heeft Staatssecretaris Dijksma reeds eerder dit jaar toegezegd alsnog in overgangsrecht voor dergelijke situaties te zullen voorzien. Dit overgangsrecht is thans nader uitgewerkt door Staatssecretaris Mansveld.

In haar brief van 20 februari 2015 heeft Staatssecretaris Mansveld aangegeven dat bij inwerkingtreding van het Besluit emissiearme huisvestingssystemen landbouwhuisdieren alle stallen die vanaf dat moment worden gebouwd in beginsel aan de nieuwste maximale emissiewaarden moeten voldoen. Een uitzondering geldt voor de stallen waarvoor voorafgaand aan publicatie van het nieuwe Besluit huisvestingssystemen een geldige aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwen is ingediend.

“Deze aanvraag moet voldoen aan de indieningsvereisten uit de Regeling omgevingsrecht. Daarnaast wordt als extra voorwaarde opgenomen dat de stal binnen 1 jaar na inwerkingtreding van het Besluit moet zijn gebouwd en klaar is om in gebruik te nemen. Uitgaande van een termijn van 3 maanden tussen publicatie en inwerkingtreding heeft het bedrijf dan minimaal 15 maanden de tijd om te bouwen onder de huidige eisen.”

Het is goed dat in het nieuwe Besluit huisvestingssystemen alsnog wordt voorzien in overgangsrecht voor dergelijke situaties. Bij de voorgestelde termijn zijn echter grote kanttekeningen te plaatsen.

In de eerste plaats spreekt de Staatssecretaris ten onrechte van “minimaal” 15 maanden tijd om te bouwen. De bouw moet binnen 1 jaar na inwerkingtreding gereed zijn en klaar om in gebruik genomen te worden. Dit betekent dat een termijn van máximaal 1 jaar (plus 3 maanden) geldt.

In de tweede plaats zal een termijn van 1 jaar (plus 3 maanden) in veel gevallen volstrekt ontoereikend zijn. Stel dat op dit moment – dus voorafgaand aan inwerkingtreding van het nieuwe Besluit huisvestingssystemen – een ontvankelijke omgevingsvergunning wordt aangevraagd, dan dient hiervoor eerst een ontwerpbesluit genomen te worden. Tegen het ontwerpbesluit kunnen zienswijzen worden ingediend. Vervolgens dient een definitief besluit genomen te worden. Tegen dit besluit kan beroep worden ingediend bij de rechtbank en vervolgens hoger beroep bij de Raad van State. Voordat er een uitspraak is van de Raad van State is men – helaas – in veel gevallen al snel enkele jaren verder. Aan een termijn van 1 jaar (plus 3 maanden) heeft een ondernemer in een dergelijk geval dan ook niets. Dit geldt te meer nu veelal pas met de bouw wordt begonnen nadat alle benodigde vergunningen c.q. toestemmingsbesluiten onherroepelijk zijn. Hierop wordt niet alleen gewacht vanwege de rechtszekerheid, maar ook omdat veel banken niet eerder tot financiering overgaan.

Het voorgaande geldt overigens niet alleen voor omgevingsvergunningen die nu nog aangevraagd zouden worden, maar ook voor omgevingsvergunningen die reeds geruime tijd terug zijn aangevraagd. Vanwege de doorlooptijd van juridische procedures en vervolgens nog de benodigde tijd voor de bouw, zal menig ondernemer ingehaald worden door de tijd van 1 jaar (plus 3 maanden).

Kortom: het is goed dat er voor omgevingsvergunningen die worden aangevraagd vóór inwerkingtreding van het nieuwe Besluit huisvestingssystemen zal worden voorzien in overgangsrecht, maar de voorgestelde termijn zal in veel gevallen volstrekt ontoereikend zijn.

mw. mr. Franca Damen