RvS: geen schorsing uitspraak stalderingsregel
De stalderingsregel in de Brabantse Verordening ruimte moet in bepaalde situaties buiten toepassing worden gelaten. Dat oordeelde rechtbank Oost-Brabant op 22 mei 2018. De provincie heeft bij de Raad van State geprobeerd om deze uitspraak te schorsen. Maar de Raad van State gaat hierin niet mee. Wel merkt de Raad van State iets anders op. Dit volgt uit een uitspraak van 9 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2683).
Stalderingsregel
In juli 2017 heeft de provincie Noord-Brabant besloten om in de provinciale Verordening ruimte de stalderingsregel op te nemen. De stalderingsregel bepaalt dat zogeheten hokdierhouderijen die zijn gelegen in een stalderingsgebied alleen mogen uitbreiden als zij eerst de bestaande dierenverblijven van een andere hokdierhouderij binnen hetzelfde stalderingsgebied hebben gesaneerd. Voor een nadere toelichting verwijs ik u graag naar mijn artikel ‘Staldering voor Brabantse veehouderij’.
Uitspraak rechtbank Oost-Brabant
In een uitspraak van 22 mei 2018 (ECLI:NL:RBOBR:2018:2436) heeft rechtbank Oost-Brabant geoordeeld dat de stalderingsregel in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel als:
- de aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van de stalderingsregel (13 juli 2017) én
- deze aanvraag voldoet aan de artikelen 4.10, 6.3 en 7.3 van de Verordening ruimte (o.a. cumulatieve geurhinder, achtergrondconcentratie fijnstof en BZV) én
- het gaat om een veehouderij met een bouwperceel (na uitbreiding) van maximaal 1,5 hectare.
Als aan al deze voorwaarden wordt voldaan, moet de stalderingsregel naar het oordeel van de rechtbank buiten toepassing worden gelaten. Voor een nadere toelichting verwijs ik u graag naar mijn artikel ‘Brabantse stalderingsregel onzorgvuldig en onevenredig’.
Schorsingsverzoek provincie
De provincie heeft de voorzieningenrechter van de Raad van State verzocht om de uitspraak van de rechtbank te schorsen totdat de Raad van State een uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Dit schorsingsverzoek geldt voor zover de rechtbank heeft geoordeeld dat de stalderingsregel in de genoemde gevallen buiten toepassing moet blijven. De provincie wil van dat oordeel af.
Uitspraak Raad van State
De voorzieningenrechter van de Raad van State heeft op 9 augustus 2018 een uitspraak gedaan. De rechter overweegt dat de uitspraak alleen gaat over de vergunningaanvraag die in deze zaak aan de orde is. Vervolgens overweegt de voorzieningenrechter het volgende:
“Het buiten toepassing laten van deze bepalingen kan zich niet uitstrekken tot gevallen die in beroep niet aan de orde waren. De uitspraak van de rechtbank heeft dan ook niet tot gevolg dat bestuursorganen de overweging over het buiten toepassing laten van deze bepalingen in andere gevallen in acht moeten nemen. De bewuste overweging, waarbij gevallen zijn omschreven waarin de bepalingen over staldering volgens de rechtbank buiten toepassing moeten blijven, leent zich dan ook niet voor schorsing door de voorzieningenrechter.”
Omdat de provincie alleen heeft verzocht om een schorsing van dit deel van de uitspraak van de rechtbank, wijst de voorzieningenrechter van de Raad van State het schorsingsverzoek van de provincie af.
Voor een definitief oordeel over de stalderingsregel zal de hoofdzaak (of een andere zaak) afgewacht moeten worden.
mw. mr. Franca Damen