Voorbereidingsbesluit Brabant: bouwstop veehouderij

Op 20 september 2013 hebben Provinciale Staten op voorstel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant een zogenaamd voorbereidingsbesluit genomen. Dit voorbereidingsbesluit heeft betrekking op de veehouderij in Brabant. Met het voorbereidingsbesluit kondigt de provincie aan dat er voor de veehouderij nieuw beleid komt, welk beleid, kort gezegd, neerkomt op een transitie naar een zorgvuldige veehouderij. Dit beleid wordt vastgelegd in de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant.

Het voorbereidingsbesluit heeft tot gevolg dat omgevingsvergunningen die worden aangevraagd, verplicht moeten worden aangehouden door het bevoegd gezag. Dit volgt uit artikel 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo). Deze aanhoudingsplicht geldt alleen voor omgevingsvergunningen die zijn aangevraagd nadat het voorbereidingsbesluit van de provincie in werking is getreden, en heeft alleen betrekking op omgevingsvergunningen die worden aangevraagd voor de activiteit bouwen (artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo) en voor aanlegactiviteiten (artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, Wabo).

Concreet betekent dit dat ‘enkel’ aanvragen om een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, Wabo die zijn ingediend ná inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit (ten behoeve van de bouwstop) moeten worden aangehouden. Vergunningaanvragen die reeds vóór de inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit zijn ingediend en door het bevoegd gezag zijn ontvangen, behoeven dus niet aangehouden te worden. Voor een nadere toelichting verwijs ik u graag naar het artikel dat ik hier reeds eerder over schreef, toen een mogelijke bouwstop voor de veehouderij in Brabant werd aangekondigd (maart 2013).

Vragen?

Heeft u vragen over het voorbereidingsbesluit c.q. de bouwstop van de provincie, neemt u dan gerust contact met mij op.

mw. mr. Franca Damen