Wijziging definitie “emissiearm dierenverblijf” in Besluit emissiearme huisvesting
Op 1 augustus 2015 is het Besluit emissiearme huisvesting in werking getreden. Dit besluit ziet op emissiearme dierenverblijven en de maximale emissiewaarden voor veehouderijen. De huidige definitie van “emissiearm dierenverblijf” heeft echter onbedoeld ook betrekking op bepaalde melkrundveestallen die niet als een emissiearm huisvestingssysteem kunnen worden aangemerkt. Om die reden is op 16 maart 2016 een wijziging van het Besluit emissiearme huisvesting voorgesteld.
De definitie van “emissiearm dierenverblijf” zal als volgt komen te luiden:
“dierenverblijf met een huisvestingssysteem waarvoor in bijlage 1 een maximale emissiewaarde voor ammoniak is opgenomen en waarvan de emissiefactor voor ammoniak lager is dan de emissiefactor voor ammoniak voor overige huisvestingssystemen”
Hiermee wordt een zinsnede toegevoegd aan de reeds bestaande definitie. Met deze toevoeging wordt beoogd om melkrundveestallen die niet als een emissiearm huisvestingssysteem kunnen worden aangemerkt – te weten melkrundveestallen die zijn opgericht tussen 1 april 2008 en 1 juli 2015 en waarbij sprake is van beweiden – niet langer onder definitie van “emissiearm dierenverblijf te laten vallen”.
Daarnaast wordt artikel 3, eerste lid, sub a, onder 4, van het Besluit emissiearme huisvesting aangepast. Reden daarvoor is dat op grond van de huidige tekst onbedoeld een vrijstelling is opgenomen voor een uitbreiding “met minder dan 20 dierplaatsen”, terwijl hier had moeten staan “met niet meer dan 20 dierplaatsen”. Dit zal ook worden aangepast.
mw. mr. Franca Damen