Woningbouw belemmering voor veehouderij

In een uitspraak van 8 april 2015 (201407149) vernietigde de Afdeling een bestemmingsplan voor de bouw van 40 woningen, omdat deze een nabijgelegen veehouderij konden belemmeren in zijn bedrijfsvoering. Ook was het bestemmingsplan in strijd met de ladder voor duurzame verstedelijking vastgesteld.

Situatie

De gemeente Dinkelland heeft een bestemmingsplan vastgesteld dat de bouw van maximaal 40 woningen mogelijk maakte. In de nabijheid van het plangebied is een melkveehouderij gelegen. De eigenaar van deze melkveehouder heeft tegen het bestemmingsplan beroep ingediend, omdat hij vreesde dat hij door de woningbouw zou worden belemmerd in zijn bedrijfsvoering. In zijn beroepschrift heeft hij ook aangevoerd dat het bestemmingsplan in strijd is met de ladder voor duurzame verstedelijking.

Juridisch kader

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient altijd beoordeeld te worden of sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Wanneer een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt, dient ook de ladder voor duurzame verstedelijking in acht genomen te worden, zoals deze is vastgelegd in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Voor een nadere toelichting daarop verwijs ik u graag naar het artikel “Leegstand in de ruimtelijke ordening” dat ik daar eerder over schreef.

Uitspraak

In de uitspraak komen twee onderwerpen aan bod, te weten de belemmering van de bedrijfsvoering van de veehouderij en de ladder voor duurzame verstedelijking.

Ten aanzien van de belemmering van de bedrijfsvoering van de veehouderij heeft de Afdeling het volgende overwogen. De veehouder beschikt over percelen zowel ten noorden als ten zuiden van de Reimerweg (hierna: het noordelijk resp. het zuidelijk perceel). Op zowel het noordelijk als het zuidelijk perceel van deze straat is een bouwblok gelegen.

Een groot deel van het bouwblok van de veehouderij op het noordelijk perceel ligt op een afstand van minder dan 100 meter van de bestaande woningen in de kern van het dorp. Het bestemmingsplan brengt hierin geen verandering. Wel maakt het bestemmingsplan woningbouw mogelijk op een afstand van minder dan 100 meter van het bouwblok van de veehouderij op het zuidelijk perceel.

De Afdeling heeft het aannemelijk geacht dat de veehouder door de voorziene woningen in zijn bedrijfsvoering zal worden belemmerd, nu zijn mogelijkheden om op het zuidelijk perceel vervangende nieuwbouw op te richten verder worden verkleind. Hierbij heeft de Afdeling tevens betrokken dat ten westen van het bouwblok op het zuidelijk perceel een gasleiding ligt en aannemelijk is dat daarom ook op dat gedeelte van het perceel, voor zover dat al buiten het bouwblok mogelijk is, geen bebouwing kan worden opgericht. Verder heeft de Afdeling van belang geacht dat de veehouder onweersproken heeft gesteld dat de gezamenlijke oppervlakte van de bouwblokken op zijn percelen al relatief klein is voor zijn bedrijf. Gelet hierop heeft de Afdeling geoordeeld dat de gemeenteraad onvoldoende heeft gemotiveerd dat ondanks dat het bestemmingsplan de veehouder in zijn bedrijfsvoering zal belemmeren, sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Ten aanzien van de ladder voor duurzame verstedelijking heeft de Afdeling overwogen dat de gemeenteraad niet heeft aangetoond dat er een actuele regionale behoefte bestaat aan de voorziene woningen:

  • het rapport beperkt zich tot ontwikkelingen binnen de gemeente;
  • de ontwikkeling van de behoefte aan nieuwe woningen wordt niet geplaatst in een breder – regionaal – verband;
  • het rapport biedt geen inzicht in de ontwikkeling van de vraag en het aanbod in de regio
  • de in het rapport opgenomen behoefteraming ziet in beginsel op ontwikkelingen tot 2015 en is daarmee niet actueel.

Het rapport maakt aldus niet de actuele regionale behoefte inzichtelijk. Daarmee wordt niet voldaan aan de eerste stap van de ladder, namelijk dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Het bestemmingsplan is daarom in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening vastgesteld.

Gelet op deze overwegingen heeft de Afdeling het bestemmingsplan vernietigd. Uit deze uitspraak blijkt weer duidelijk dat het altijd van belang is om ontwikkelingen in uw omgeving goed in de gaten te houden en hiertegen zo nodig uw bezwaren te uiten, om op deze wijze te waarborgen dat u niet wordt belemmerd in uw bedrijfsvoering.

mw. mr. Franca Damen