Definitie ‘kwetsbaar object’ in bestemmingsplan in relatie tot Bevi
Het komt regelmatig voor dat in een bestemmingsplan een definitie voor ‘kwetsbaar object’ wordt opgenomen. Maar hoe verhoudt een dergelijke definitie zich ten opzichte van de definitie van ‘kwetsbaar object’ in het Besluit externe veiligheid inrichtingen? Op 1 juni 2017 deed rechtbank Amsterdam hierover een uitspraak (ECLI:NL:RBAMS:2017:3794).
Wat was er aan de hand?
De uitspraak gaat over een aanvraag voor een exploitatievergunning voor een horecabedrijf. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente waarin het horecabedrijf is gelegen, bepaalt dat een vergunning voor een bedrijf wordt geweigerd als de exploitatie daarvan in strijd is met het bestemmingsplan.
Op grond van het bestemmingsplan zijn binnen de bestemming die geldt voor het horecabedrijf geen kwetsbare objecten toegestaan. In het bestemmingsplan is de volgende definitie opgenomen voor ‘kwetsbare objecten’:
“objecten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), waaronder in ieder geval worden begrepen objecten waarbinnen op elk moment meer dan 50 mensen tegelijkertijd aanwezig zijn (die ieder ten minste 8 uur per etmaal aanwezig zijn) en waarvan het bruto vloeroppervlakte per persoon kleiner of gelijk is aan 30 m2”
Of sprake is van een kwetsbaar object, toetst de gemeente verder aan de hand van het ‘Beslismodel (beperkt) kwetsbaar object’ (Beslismodel). Het Beslismodel bevat twee stappen om te bepalen of sprake is van een kwetsbaar object.
Volgens de gemeente is het horecabedrijf geen kwetsbaar object en daarom niet in strijd met het bestemmingsplan. Om die reden kon de exploitatievergunning volgens de gemeente worden verleend.
Juridisch kader
In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is een definitie van ‘kwetsbaar object’ opgenomen. Daaronder vallen onder andere gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn.
Oordeel van de rechter
In de uitspraak is de vraag aan de orde hoe de definitie van ‘kwetsbaar object’ in het bestemmingsplan zich verhoudt tot de definitie hiervan in het Bevi. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de gemeente een verkeerde maatstaf gebruikt door alleen te toetsen aan het criterium in het bestemmingsplan, uitgewerkt in het Beslismodel.
In het bestemmingsplan wordt een uitleg gegeven van wat in ieder geval onder het begrip ‘kwetsbaar object’ moet worden begrepen. In die zin is dat begrip dus beperkter dan het begrip ‘kwetsbaar object’ in het Bevi. Hetzelfde geldt voor de beoordelingscriteria in het Beslismodel.
Het uitgangspunt in het Bevi is dat bij aanwezigheid van meer dan 50 personen in een gebouw sprake is van ‘grote aantallen personen’ en daarmee dus van een kwetsbaar object, onafhankelijk van de personendichtheid. De definitie in het bestemmingsplan en de uitwerking in het Beslismodel brengt met zich dat van een kwetsbaar object in ieder geval sprake is als op elk moment meer dan 50 mensen tegelijkertijd in het object aanwezig zijn, en deze ten minste 8 uur per etmaal aanwezig zijn.
Maar dat wil niet zeggen dat als niet aan deze criteria is voldaan, dat er dan geen sprake kan zijn van een kwetsbaar object. Daarvoor zal ook moeten worden getoetst aan de definitie van kwetsbaar object in het Bevi.
Door alleen te toetsen aan het beperkte criterium in het bestemmingsplan, heeft de gemeente naar het oordeel van de rechtbank een verkeerde maatstaf gebruikt.
mw. mr. Franca Damen