Natuurvergunningverlening weer gedeeltelijk op gang

Vanaf 16 september 2019 komt natuurvergunningverlening weer gedeeltelijk op gang. Dit liet de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit weten in een Kamerbrief van 13 september 2019.

AERIUS Calculator en intern salderen

Op 16 september 2019 komt een nieuwe, geactualiseerde versie van AERIUS Calculator beschikbaar. Met dit rekenprogramma kan de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden weer worden berekend.

Als uit een berekening met AERIUS Calculator blijkt dat een activiteit niet tot een toename van stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied leidt, dan kan deze activiteit doorgang vinden. Hierbij mag rekening worden gehouden met intern salderen.

Beleid extern salderen en ADC-toets

Het is nog niet mogelijk om natuurvergunningen aan te vragen op basis van extern salderen of de ADC-toets (er zijn geen Alternatieven voor de activiteit, er is sprake van een Dwingende reden van groot openbaar belang en er worden Compenserende maatregelen getroffen). Hiervoor wordt op landelijk niveau nog beleid ontwikkeld. Ook zijn de mogelijkheden voor het gebruik van extern salderen en de ADC-toets onderdeel van het advies van het adviescollege stikstofproblematiek. Dit advies wordt in de week van 23 september 2019 verwacht.

De voorwaarden waaronder toestemmingverlening mogelijk is, zullen strikt zijn gelet op de ingrijpende PAS-uitspraak.

Activiteiten onder de drempel-/grenswaarde

Activiteiten die de afgelopen jaren met toepassing van de uitzondering op de natuurvergunningplicht voor activiteiten met een stikstofdepositie onder de drempel-/grenswaarde zijn gerealiseerd of verricht, zijn als gevolg van de PAS-uitspraak alsnog vergunningplichtig. Voor deze activiteiten wordt gestreefd naar legalisatie.

Ook dit wordt meegenomen in het advies van het adviescollege stikstofproblematiek, dat in de week van 23 september 2019 wordt verwacht.

Maatregelen

De natuurherstelmaatregelen en de bronmaatregelen uit het PAS worden voortgezet. In een eerdere Kamerbrief heeft de Minister al aangegeven dat de mogelijkheden voor een aanvullend bronmaatregelenpakket – voor verschillende sectoren – worden onderzocht. In de Kamerbrief van 13 september 2019 heeft de Minister expliciet aangegeven dat bronmaatregelen integraal onderdeel zijn van de oplossingen om stikstofemissies terug te dringen en dat daarbij geen taboes uit de weg worden gegaan.

Fundamentele keuzes

De PAS-uitspraak heeft ingrijpende gevolgen voor veel sectoren van de economie en raakt zowel bedrijven als burgers. Wettelijke oplossingen op nationaal niveau bieden daarbij geen perspectief, omdat het stikstofbeleid is gebaseerd op de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. ‘Dit alles maakt duidelijk dat het oplossen van het stikstofprobleem fundamentele keuzes vergt’, aldus de Minister in de Kamerbrief van 13 september 2019.

Inventarisatie projecten

Er is een inventarisatie van projecten uitgevoerd die mogelijk gevolgen ondervinden van de PAS-uitspraak. Het gaat om ruim 18.000 projecten.

Pas op de plaats terecht?

Het is duidelijk dat de overheid na de PAS-uitspraak een pas op de plaats heeft gemaakt. De natuurvergunningverlening is na de uitspraak namelijk stilgelegd en blijft voor veel projecten voorlopig ook nog stilgelegd.

Dat er na de PAS-uitspraak wordt gezocht naar een oplossing voor het stikstofprobleem, begrijp ik. Juridisch gezien is het echter onterecht dat natuurvergunningverlening na de PAS-uitspraak is stilgelegd. Zoals ook een rechter op 10 september 2019 aan de provincie voorhield, geldt er ook na de PAS-uitspraak namelijk gewoon een toetsingskader voor natuurvergunningverlening en hebben provincies zich te houden aan de wettelijke beslistermijnen voor vergunningverlening. Het toetsingskader voor vergunningverlening is weer hetzelfde als voor de inwerkingtreding van het PAS. Dat kader was gelet op alle rechtspraak volstrekt helder en daarvoor is (juridisch gezien) dan ook geen beleid nodig.

mw. mr. Franca Damen

Drie maanden na de PAS-uitspraak: wat is er zoal gebeurd?

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State de langverwachte uitspraak over het Programma Aanpak Stikstof gedaan. Wat is er in de drie maanden daarna zoal gebeurd? In dit blog geef ik hiervan een overzicht.

PAS-uitspraak

Over de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heb ik een blogserie geschreven. Een samenvatting van de uitspraak staat in deel 9 van de blogserie.

Vernietiging vergunningen

In afwachting van de PAS-uitspraak zijn veel zaken aangehouden waarin het PAS aan de orde is. Nu de PAS-uitspraak is gedaan, hebben de Raad van State en rechtbanken veel van die zaken vereenvoudigd – dat wil zeggen zonder zitting – afgedaan. Besluiten die op basis van het PAS zijn verleend, zijn over het algemeen vernietigd.

Bestemmingsplannen

Zoals de Raad van State in de PAS-uitspraak heeft overwogen, kan de uitspraak ook gevolgen hebben voor bestemmingsplannen waarin voor het aspect stikstof is verwezen naar de passende beoordeling van het PAS. Het kan bijvoorbeeld gaan om bestemmingsplannen waarin een concrete ontwikkeling is geregeld of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden.

Als de beroepsprocedure van zo’n bestemmingsplan nog niet is afgerond en op dit punt beroepsgronden naar voren zijn gebracht door iemand die zich daarop kan beroepen, dan kan de PAS-uitspraak dus gevolgen hebben voor zo’n bestemmingsplan.

Inmiddels heeft de Raad van State enkele bestemmingsplannen om die reden vernietigd. In mijn blog ‘Bestemmingsplannen vernietigd na PAS-uitspraak’ ben ik hier verder op ingegaan.

Tracébesluit

De PAS-uitspraak kan ook gevolgen hebben voor tracébesluiten. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Raad van State van 17 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2466) over het tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht. Voor de extra stikstofdepositie die het gevolg is van dit tracé, is in het PAS ontwikkelingsruimte gereserveerd. Deze ruimte heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat gebruikt in het tracébesluit. Het tracébesluit is voor het aspect stikstof dus gebaseerd op (de passende beoordeling van) het PAS.

Nu de passende beoordeling van het PAS niet voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld, had de Minister daar bij de vaststelling van het tracébesluit niet naar kunnen verwijzen. Om die reden heeft de Raad van State het tracébesluit vernietigd.

Passende beoordeling

In de PAS-uitspraak zijn de eisen ten aanzien van een passende beoordeling aangescherpt. In deel 2 en deel 3 van mijn blogserie over de PAS-uitspraak ben ik hier verder op ingegaan. De uitspraak kan daarom ook gevolgen hebben voor project-specifieke passende beoordelingen. Een uitspraak van de Raad van State van 28 augustus 2019 maakt dit duidelijk. In die uitspraak heeft de Raad van State een bestemmingsplan vernietigd omdat de daaraan ten grondslag liggende passende beoordeling niet voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. In mijn blog ‘Bestemmingsplannen vernietigd na PAS-uitspraak’ ben ik hier verder op ingegaan.

Relativiteitsvereiste en een nadere beoordeling

In sommige zaken kunnen het zogeheten relativiteitsvereiste en/of een nadere beoordeling uitkomst bieden voor de initiatiefnemer, ondanks dat een besluit is gebaseerd op het PAS. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Raad van State van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2835). In deze uitspraak heeft de Raad van State een bestemmingsplan dat onder verwijzing naar het PAS mogelijk is gemaakt, in stand gelaten.

ADC-toets

In sommige zaken is er vanwege de discussie over de juridische houdbaarheid van het PAS voor gekozen om in de tussentijd een gewijzigd besluit te nemen. In het wijzigingsbesluit is niet langer het PAS toegepast, maar de zogeheten ADC-toets. Op grond van de ADC-toets kan een toestemming ingevolge de Wet natuurbescherming (Wnb) worden verkregen als Alternatieven ontbreken (A), er sprake is van een Dwingende reden van groot openbaar belang (D) en er Compenserende maatregelen worden getroffen (C).

Eerder is hiervoor ook gekozen in de besluitvorming voor de Blankenburgverbinding. De Raad van State heeft het tracébesluit voor de Blankenburgverbinding in een uitspraak van 18 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2454) in stand gelaten op basis van de ADC-toets.

Ook recent heeft de Raad van State een besluit op basis van de ADC-toets in stand gelaten. Het gaat om een bestemmingsplan voor een nieuwe aansluiting op de A67. In mijn blog ‘Met de ADC-toets de PAS-uitspraak omzeilen’ ben ik hier verder op ingegaan.

Kamerbrief over stand van zaken

Op 27 juni 2019 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een Kamerbrief gestuurd over de stand van zaken ten aanzien van het PAS voor de korte termijn. Hierin staat onder andere het volgende vermeld.

  • Voor activiteiten die op basis van het PAS vergunningvrij waren en inmiddels zijn gerealiseerd, wordt gestreefd naar legalisatie. Voor deze activiteiten is door de PAS-uitspraak eigenlijk alsnog een natuurvergunning vereist. Hier wordt niet actief op gehandhaafd.
  • Voor beweiden en bemesten wordt gewerkt aan een aanpak voor legalisering. Gedurende het huidige beweidings- en bemestingsseizoen wordt niet actief gehandhaafd op de vergunningplicht.
  • Voor extern salderen en de ADC-toets worden beleidslijnen opgesteld. Deze zouden in najaar van 2019 beschikbaar komen.
  • Er wordt een nieuwe, geactualiseerde versie van AERIUS Calculator ontwikkeld en beschikbaar gesteld. Deze zou in de zomer van 2019 beschikbaar komen.

In een eerdere Kamerbrief (van 11 juni 2019) had de Minister al aangegeven dat is besloten om door te gaan met de uitvoering van de bron- en herstelmaatregelen. Daarnaast wordt gezocht naar extra bronmaatregelen in de verschillende sectoren.

Factsheet woningbouw

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een ‘Factsheet Woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden’ vastgesteld. In mijn blog ‘Factsheet woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden’ ben ik hier verder op ingegaan.

Adviescollege stikstofproblematiek

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft onder voorzitterschap van Johan Remkes een adviescollege stikstofproblematiek ingesteld. Het adviescollege heeft de opdracht gekregen om met aanbevelingen en oplossingsrichtingen te komen over hoe om te gaan met vergunningverlening na de PAS-uitspraak. De Minister heeft gevraagd om een advies voor de kortere en de langere termijn.

Voor de kortere termijn gaat het om een advies over de manier waarop en de voorwaarden waaronder op korte termijn natuurtoestemmingsbesluiten kunnen worden verleend en ontwikkelingen die zijn gerealiseerd op basis van de vrijstellingen in het PAS, kunnen worden gelegaliseerd. De Minister acht het ook van belang om een afwegingskader voor deze toestemmingsbesluiten en legalisering te hebben en de daarbij aan te brengen prioritering te ontwikkelen.

Voor de langere termijn gaat het om een advies over een nieuwe aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot de verplichtingen op grond van de Europese richtlijnen (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn) om op termijn een gunstige staat van instandhouding te realiseren voor de habitats van soorten en de natuurlijke typen habitats waarvoor de Natura 2000-gebieden zijn aangewezen. Bij het formuleren van het advies voor een nieuwe aanpak moeten ook de verschillende transitieopgaven worden betrokken waarvoor Nederland in de komende jaren staat, zoals het klimaatakkoord en de ontwikkeling naar een circulaire landbouw.

Beleidsevaluatie PAS

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in een Kamerbrief van 16 augustus 2019 aangegeven dat het PAS vanwege het ingrijpende karakter van de PAS-uitspraak eerder zal worden geëvalueerd. De Minister gaat daar nu mee aan de slag en verwacht de evaluatie medio 2020 toe te kunnen sturen. De evaluatie wordt bovendien uitgebreid met een onafhankelijke evaluatie van het wetstraject, ook in relatie tot de PAS-uitspraak.

Afromen bij salderen?

Sinds de PAS-uitspraak is extern salderen weer mogelijk. Voor een toelichting hierop en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij extern salderen, verwijs ik naar mijn blog ‘Programma Aanpak Stikstof onderuit (deel 7): extern salderen weer ‘hot’ of andere oplossingen?‘.

In de praktijk gaan de geluiden dat er in de toekomst bij externe saldering ‘stikstofdepositierechten’ afgeroomd zullen moeten worden. Of dit het geval is en zo ja, in welke omvang, zal blijken zodra de beleidslijn voor extern salderen bekend is.

Nederland in rep en roer

Nederland is sinds de PAS-uitspraak in rep en roer. De paniek vind ik echter lichtelijk overdreven. Wil je weten waarom? Lees dan mijn column hierover.

mw. mr. Franca Damen

Met de ADC-toets de PAS-uitspraak omzeilen

Met de zogeheten ADC-toets kan de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof worden omzeild en kunnen natuurtoestemmingsbesluiten worden verleend. Een uitspraak van de Raad van State van 24 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2560) over een bestemmingsplan voor een nieuwe aansluiting op de A67 maakt dat duidelijk.

Wat was er aan de hand?

De gemeente Veldhoven heeft een wijzigingsbesluit voor het bestemmingsplan ‘Kempenbaan-West’ vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe aansluiting op de rijksweg A67 en in een verbreding van het zuidwestelijk deel van de Kempenbaan in Veldhoven. Met de nieuwe infrastructuur wordt ook een nieuwe regionale verbindingsweg tussen Veldhoven en de bestaande N69 ten zuiden van Valkenswaard aangesloten op het bestaande wegennet.

Het bestemmingsplan is in de tussentijd gewijzigd. In het wijzigingsbesluit heeft de gemeente ervoor gekozen om de ADC-toets toe te passen. Hiertegen zijn beroepsgronden ingediend.

ADC-toets

De ADC-toets is een andere mogelijkheid om een toestemming op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) te verkrijgen. Bij deze toets wordt geen gebruik gemaakt van het Programma Aanpak Stikstof (PAS).

De ADC-toets staat in artikel 2.8, vierde en vijfde lid, van de Wnb en sluit aan bij artikel 6, vierde lid, van de Habitatrichtlijn. Op grond hiervan kan alleen een toestemming worden verkregen als:

  • Alternatieven ontbreken (A);
  • sprake is van een Dwingende reden van groot openbaar belang (D);
  • Compenserende maatregelen worden getroffen (C).

Voor een nadere toelichting verwijs ik graag naar mijn artikel ‘Habitatrichtlijn als basis voor vergunningplicht Natuurbeschermingswet’.

Met de ADC-toets kan dus de PAS-uitspraak worden omzeild en kunnen natuurtoestemmingsbesluiten worden verleend. Eerder is hiervoor ook gekozen in de besluitvorming voor de Blankenburgverbinding. De Raad van State heeft het tracébesluit voor de Blankenburgverbinding in een uitspraak van 18 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2454) in stand gelaten op basis van de ADC-toets.

Oordeel van de rechter

Naar het oordeel van de Raad van State voldoet het wijzigingsbesluit aan de criteria van de ADC-toets. Hierover heeft de Raad van State het volgende geoordeeld.

Alternatieven

Dat alternatieven ontbreken, is niet ter discussie gesteld.

Dwingende reden

Volgens de gemeente is er sprake van een dwingende reden van groot openbaar belang. Het gaat om economische, sociale en gezondheidsredenen.

De economische redenen houden verband met de bereikbaarheid van Veldhoven-Zuid en bedrijventerrein De Run en de daar gevestigde bedrijven. Deze bedrijven maken deel uit van de Brainportregio Eindhoven, een van de drie economische mainports van Nederland. De bereikbaarheid is volgens de gemeente essentieel voor het behoud en de uitbreiding van de werkgelegenheid en een goed vestigingsklimaat in de Brainportregio Eindhoven.

De sociale en gezondheidsredenen houden vooral verband met de verbetering van de leefbaarheid en verkeersveiligheid in verschillende dorpen. Doorgaand verkeer door die dorpen veroorzaakt daar al lange tijd grote problemen voor de leefbaarheid.

De Raad van State heeft overwogen dat economische, sociale en gezondheidsredenen in zijn algemeenheid dwingende redenen van groot openbaar belang kunnen vormen. Dit volgt uit de wet (artikel 2.8, vierde en vijfde lid, van de Wnb en artikel 6, vierde lid, van de Habitatrichtlijn).

Naar het oordeel van de Raad van State zijn de door de gemeente genoemde redenen zwaarwegend genoeg om in dit geval te kunnen worden aangemerkt als dwingende reden van groot openbaar belang. De gemeente heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de nieuwe infrastructuur nodig is in het belang van de economie in de Brainportregio Eindhoven en voor behoud en uitbreiding van de werkgelegenheid in deze regio. De Brainportregio Eindhoven is van betekenis voor de nationale economie. Alleen daarom kan al worden gesproken van een dwingende reden van groot openbaar belang.

De gemeente heeft bovendien de verbetering van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid in verschillende dorpen en de bereikbaarheid van Veldhoven-Zuid en bedrijventerrein De Run, in onderlinge samenhang bezien, terecht betrokken bij de beslissing om de ADC-toets toe te passen.

Gelet op de omstandigheid dat de aantasting van het betrokken Natura 2000-gebied ‘Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux’, omgerekend in areaalverlies, beperkt is, heeft de gemeente zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de belangen die met het bestemmingsplan worden gediend zwaarder wegen dan de aantasting van het betrokken Natura 2000-gebied.

Compenserende maatregelen

De Raad van State heeft allereerst opgemerkt dat het enkele feit dat voor een Natura 2000-gebied een uitbreidings- en/of verbeterdoelstelling geldt, niet betekent dat binnen dat Natura 2000-gebied geen habitats kunnen worden aangelegd als compenserende maatregel. De compenserende maatregelen die zijn voorgeschreven in het bestemmingsplan doen geen afbreuk aan de realisering van de uitbreidings- en verbeterdoelstelling voor het betrokken Natura 2000-gebied.

Bij compensatie is, anders dan bij mitigatie, bepalend of de in oppervlakteverlies vertaalde aantasting van habitattypen wordt gecompenseerd met een ten minste even grote oppervlakte aan nieuw areaal om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. Het is niet vereist dat de gebieden die als compensatie worden aangelegd zich in een gunstige staat van instandhouding moeten bevinden voordat het wegtracé in gebruik wordt genomen.

De compenserende maatregelen die in het bestemmingsplan zijn voorgeschreven, zijn in de praktijk vaker met succes toegepast en hebben hun effectiviteit bewezen. De maatregelen hebben dan ook een redelijke succesgarantie, zoals dat is vereist.

Gelet hierop is voldaan aan het vereiste dat compenserende maatregelen worden getroffen.

Slot

De Raad van State is gelet op deze overwegingen tot de conclusie gekomen dat het bestemmingsplan ‘Kempenbaan-West’ de ADC-toets doorstaat.

De ADC-toets kan mogelijk ook in andere situaties een oplossing bieden. Wel zal aan de strenge criteria van de ADC-toets voldaan moeten worden.

mw. mr. Franca Damen

Factsheet woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een ‘Factsheet Woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden’ vastgesteld. Hierin wordt ingezoomd op de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof voor woningbouwontwikkelingen. In dit blog benoem ik enkele relevante onderdelen van de factsheet.

Woningbouwplannen (ook kleinschalige plannen) kunnen leiden tot een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Deze toename kan het gevolg zijn van bouwwerkzaamheden in de aanlegfase (bijvoorbeeld als gevolg van de aanvoer van bouwmaterialen naar en grondverzet op de bouwplaats) en/of het gebruik van de woningen in de gebruiksfase (bijvoorbeeld als gevolg van het gebruik van gas en het autoverkeer van bewoners en bezoekers van de woningen).

Soms volstaat een voortoets voor een woningbouwplan. Een voortoets is een ecologisch onderzoek waarin de vraag wordt beantwoord of op grond van objectieve gegevens op voorhand kan worden uitgesloten dat een plan of project op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten significant negatieve effecten kan hebben op Natura 2000-gebieden. Of er sprake is van significant negatieve effecten is onder andere afhankelijk van de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden en de vraag welke gevolgen een toename van stikstofdepositie heeft voor het bereiken van die doelstellingen.

Als significant negatieve effecten op voorhand kunnen worden uitgesloten, volstaat een voortoets. Als dat niet het geval is, moet een passende beoordeling (een vervolgonderzoek) worden uitgevoerd. In de passende beoordeling mogen maatregelen worden betrokken die de schadelijke gevolgen die rechtstreeks uit het project of het plan voortvloeien, voorkomen of verminderen (mitigerende maatregelen).

Een natuurtoestemmingsbesluit of een bestemmingsplan kan vervolgens alleen worden vastgesteld als op basis van de passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet worden aangetast. Uit de PAS-uitspraak blijkt dat aan een passende beoordeling strenge criteria worden gesteld. In deel 2 en deel 3 van mijn blogserie over de PAS-uitspraak ben ik hier verder op ingegaan.

Als een passende beoordeling die zekerheid niet biedt, dan kan de ADC-toets mogelijk uitkomst bieden (zie ook hiervoor). Het is niet gemakkelijk om woningbouwontwikkeling als een dwingende reden van groot openbaar belang aan te merken. Mogelijk kan een grote behoefte aan woningbouw binnen een specifieke regio dan wel gemeente wel een voldoende dwingende reden opleveren. Dit moet goed en zorgvuldig worden onderbouwd.

Als er een onherroepelijk bestemmingsplan ligt dat woningbouw mogelijk maakt, dan betekent dit niet automatisch dat er geen ‘natuurtoets’ meer hoeft te worden uitgevoerd. Er kan namelijk nog steeds een natuurvergunning vereist zijn. Die kan apart worden aangevraagd of worden meegenomen in de omgevingsvergunning bouwen voor de woning. Daarbij kan de initiatiefnemer ervoor kiezen om de vergunningen te laten aanhaken of om deze los te koppelen.

Als er voor woningbouw een natuurvergunning is verleend op basis van het PAS, dan mag deze niet één-op-één worden ingepast in een bestemmingsplan. Aan de natuurvergunning kleeft gelet op de PAS-uitspraak namelijk een gebrek. Op 14 augustus 2019 heeft de Raad van State mede om die reden een bestemmingsplan vernietigd. In mijn blog ‘Bestemmingsplannen vernietigd na PAS-uitspraak’ ben ik hier verder op ingegaan.

mw. mr. Franca Damen

Aanhaakplicht Wnb tijdens procedure ontkoppelen

Als voor een bepaalde activiteit zowel een omgevingsvergunning als een toestemming ingevolge de Wet natuurbescherming nodig is, geldt een aanhaakplicht. De vergunningaanvrager kan deze aanhaakplicht voorkomen door de procedures voor de verschillende benodigde toestemmingen te ontkoppelen. Uit de wet lijkt te volgen dat de vergunningaanvrager deze keuze (aanhaakplicht of ontkoppelen) moet maken ten tijde van het indienen van de eerste aanvraag. Maar is dat ook zo? Of kan de vergunningaanvrager zijn keuze ook nog gedurende de procedure aanpassen? De Raad van State deed hierover op 13 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:803) een interessante uitspraak.

Juridisch kader

Als voor een activiteit zowel een omgevingsvergunning als een toestemming op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) nodig is, dan haken deze procedures in beginsel bij elkaar aan. Dit volgt uit artikel 2.1, eerste lid, sub i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 2.2aa van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Deze artikelen bepalen, samengevat weergegeven, dat een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub i, van de Wabo nodig is als sprake is van:

  • een project of het verrichten van een andere handeling waarvoor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb (Natura 2000) nodig is, maar deze vergunning niet is aangevraagd of verleend;
  • een handeling waarvoor een toestemming ingevolge de artikelen 3.1, 3.5 of 3.10, eerste lid, van de Wnb (flora en fauna) nodig is, maar deze ontheffing niet is aangevraagd of verleend.

Dit betekent het volgende:

  • als de vergunningaanvrager eerst de vergunning en/of ontheffing ingevolge de Wnb aanvraagt, geldt er geen aanhaakplicht; de toestemmingen ingevolge de Wnb en de Wabo doorlopen een afzonderlijke procedure;
  • als de vergunningaanvrager eerst de omgevingsvergunning aanvraagt, geldt er wel een aanhaakplicht; de toestemmingen ingevolge de Wnb en de Wabo doorlopen één gezamenlijke procedure.

Als de aanhaakplicht geldt, is voor de vergunning en/of ontheffing ingevolge de Wnb een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) van het bevoegd gezag voor die vergunning en/of ontheffing nodig. Die VVGB is vereist om de omgevingsvergunning te kunnen verlenen. Voor een nadere toelichting verwijs ik graag naar mijn blog ‘Aanhaakplicht Natuurbeschermingswet’ en ‘Wet natuurbescherming: aanhaakplicht en omgevingsvergunning natuur’.

Oordeel van de rechter

De uitspraak van de Raad van State van 13 maart 2019 gaat over een omgevingsvergunning voor het oprichten en in werking hebben van een windpark.

De vergunningaanvrager heeft er bij het aanvragen van de omgevingsvergunning voor gekozen om de handelingen met gevolgen voor beschermde diersoorten (ontheffing flora en fauna) aan te laten haken bij de omgevingsvergunning. Dit betekent dat hiervoor in het kader van de omgevingsvergunning een VVGB nodig was.

Ná het indienen van de vergunningaanvraag heeft de vergunningaanvrager de aanvraag voor de activiteit ‘handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten’ echter ingetrokken. Op diezelfde datum had de vergunningaanvrager namelijk een aparte aanvraag voor een ontheffing ingediend.

Vanaf dat moment had de aanvraag dus geen betrekking meer op de activiteit ‘handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten’. Het is een keuze geweest van de vergunningaanvrager om hiervoor alsnog een aparte aanvraag in te dienen. Het is niet verplicht om aan te haken. Daarom was geen VVGB (meer) nodig in het kader van de omgevingsvergunning.

Uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat de aanhaakplicht tijdens de procedure nog kan komen te vervallen, door de benodigde toestemmingen ingevolge de Wabo en de Wnb dan alsnog te ontkoppelen.

mw. mr. Franca Damen

1 8 9 10 11 12