De balans tussen gezond en lekker geregeld?

Het is belangrijk dat consumenten op basis van eenduidige en eerlijke informatie een bewuste keuze kunnen maken voor levensmiddelen. Consumenten moeten daarom worden beschermd ten aanzien van voedselinformatie. Maar iedere consument kiest levensmiddelen op basis van eigen behoeften. Het merendeel blijft kiezen op basis van smaak, maar er wordt ook steeds vaker op basis van gezondheid gekozen. Hoe moeten fabrikanten nou omgaan met de balans tussen gezond en lekker?

Regels over voedselinformatie

Het is in ieder geval van belang dat fabrikanten voldoen aan de regels over het verstrekken van voedselinformatie. Deze regels zijn vastgelegd in de Europese Etiketteringsverordening (Vo. EU 1169/2011). Het doel van deze verordening is om bij het verstrekken van voedselinformatie te streven naar een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de belangen van de consumenten, zodat eindverbruikers goed doordachte keuzes kunnen maken. Het gaat daarbij onder andere om informatie over de ingrediënten, de hoeveelheid daarvan, de minimale houdbaarheid of uiterste consumptiedatum en bijzondere bewaarvoorschriften en/of gebruiksvoorwaarden.

De voedselinformatie mag niet misleidend zijn. Dat geldt vooral ten aanzien van de kenmerken van het levensmiddel. Ook reclame over levensmiddelen mag niet misleidend zijn. Op de naleving hiervan wordt door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht gehouden. Als blijkt dat sprake is van een overtreding van de regels kan hiertegen handhavend worden opgetreden. Daarnaast bestaat voor consumenten en andere partijen de mogelijkheid om klachten over (misleidende) etiketten te melden bij de NVWA en/of bij de Reclame Code Commissie (RCC).

Belangrijk om binnen dit kader nog op te merken, is dat levensmiddelenbedrijven vanaf vandaag (13 december 2016) op basis van de Europese Etiketteringsverordening verplicht zijn om ook de voedingswaarden van levensmiddelen te vermelden. Deze verplichting ziet op de energetische waarde (in kJ/kcal) en de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout. De inhoud van de verplichte voedingswaardevermelding mag worden aangevuld met een indicatie voor hoeveelheden van nutriënten, zoals onverzadigde vetzuren, zetmeel en vezels. Op welke manier de voedingswaarden moeten worden vermeld, is vastgelegd in de Etiketteringsverordening. Zo is bijvoorbeeld niet alleen vastgelegd welke meeteenheden (gram / kJ / kcal), lettergrootte en uitdrukkingsvormen (per 100 gram / ml en in sommige gevallen per portie of consumptie-eenheid) moeten worden gebruikt, maar bijvoorbeeld ook in welke volgorde en verschijningsvorm (uitgangspunt: tabel) de informatie moet worden gepresenteerd.

Uitgangspunt is dat de voedingswaarden op alle levensmiddelen moeten worden vermeld. Daarop bestaat echter een aantal uitzonderingen. Zo hoeven de voedingswaarden bijvoorbeeld niet te worden vermeld op onverwerkte producten die bestaan uit één ingrediënt of categorie van ingrediënten, verwerkte producten die als enige vorm van verwerking zijn gerijpt, kruiden, thee, kauwgom en levensmiddelen die rechtstreeks door de producent in kleine hoeveelheden worden geleverd aan de eindverbruiker of plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert. Een belangrijke vraag is uiteraard of de voedingswaarde op elke verpakking moet. Soms zijn verpakkingen zo klein dat al die informatie niet past. Helaas is nu juist op dat onderdeel de Etiketteringsverordening onduidelijk. In ieder geval geldt de verplichting niet bij verpakkingen waarvan het grootste oppervlak minder dan 10 cm2 groot is. Elders in de Etiketteringsverordening wordt echter gesteld dat de verplichte voedingswaardevermelding (ook) niet geldt voor verpakkingen waarvan het grootste oppervlak niet groter is dan 25 cm2 is.

Akkoord verbetering productsamenstelling

Deze regels vormen een belangrijke basis, in het bijzonder de vanaf vandaag verplichte voedingswaardevermelding. Daarnaast is het akkoord verbetering productsamenstelling dat de brancheorganisaties van supermarkten, producenten, horeca en cateraars hebben gesloten over een verlaging van de hoeveelheid zout, verzadigd vet en energie in levensmiddelen van belang. In dit akkoord is bepaald dat de partijen voor productcategorieën ketenafspraken maken ten aanzien van maximale gehaltes voor zout, verzadigd vet en suiker en/of calorieën voor een bepaalde periode. Retail, producenten en cateraars hanteren de afgesproken maximum gehaltes als criteria voor de eigen productie of inkoop. De maximumgehalten worden zo nodig in meerdere stappen verlaagd om uiteindelijk de gehalten in het totale productaanbod significant te verlagen. Deze stapsgewijze aanpak is van belang voor de (smaak)gewenning. Ook is het voor de smaakgewenning belangrijk dat alle sectoren meedoen. Omdat het akkoord geen bindende werking heeft, zijn bedrijven echter niet verplicht om zich aan het akkoord te houden. Wel worden de gemaakte afspraken per productcategorie, de deelnemers hieraan en de resultaten publiek gedeeld en wordt de voortgang in de verbetering van de productsamenstelling gemonitord door het RIVM.

Balans tussen gezond en lekker                                                                                                    

Als alle sectoren meedoen aan de ketenafspraken wennen consumenten stapsgewijs aan de lagere gehalten zout, verzadigd vet en energie. Hierdoor gaan gezond en lekker (smaak) in belangrijke mate hand in hand. De voedingswaardevermelding die vanaf vandaag verplicht is, draagt daar mogelijk nog verder aan bij. Deze verplichting kan voor bedrijven namelijk aanleiding zijn om minder zout, verzadigd vet en/of suiker aan het product toe te voegen. De verplichte voedingswaardevermelding maakt het voor consumenten bovendien nog meer mogelijk om op basis van eenduidige en eerlijke informatie keuzes te maken voor levensmiddelen die aansluiten bij de eigen voedingsbehoeftes.

Het op 4 oktober 2016 door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bekend gemaakte actieplan etikettering van levensmiddelen zou daar nog verder aan bij moeten dragen: eerlijkheid in de handel en keuzevrijheid voor de consument. Een van de onderdelen van het actieplan is het vervangen van het voedselkeuzelogo ‘Vinkje’ door een voedingsapp. De app biedt veel meer mogelijkheden dan het Vinkje om informatie op maat te leveren. Wat voor de een gezond is, kan voor de ander immers ongezond zijn. Dat is natuurlijk zonder meer waar. Maar een voedselkeuzelogo is sneller en gemakkelijker te raadplegen dan een voedingsapp, zeker zonder smartphone op zak. Het behouden van een logo naast de voedingsapp lijkt dan ook aanbevelenswaardig.