Beoordelen overtreding geluidnormen middels meetgegevens of berekeningen?

Op 12 januari 2015 (ECLI:NL:RBOBR:2015:95) heeft rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan in een handhavingszaak jegens een inrichting voor onder meer de op- en overslag van diverse producten. Aan de orde was de vraag op welke wijze moet worden vastgesteld of sprake is van een overtreding van de geluidnormen.

De rechtbank zag zich meer specifiek voor de vraag gesteld of bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een overtreding, mag worden uitgegaan van empirische meetgegevens ter plaatse van het emissiepunt (rekenmethode 2.1 van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai) of de berekeningen volgens een – op zichzelf gevalideerde – rekensystematiek moeten worden gevolgd (rekenmethode 2.2 van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai).

De rechtbank heeft geoordeeld dat het bevoegd gezag bij de vaststelling van het geluidniveau op het immissiepunt heeft mogen uitgaan van de feitelijk uitgevoerde metingen. Daarbij heeft de rechtbank ook gewezen op een voorschrift dat is verbonden aan de voor de inrichting geldende vergunning. Dit voorschrift gaat uit van de geluidbelasting ter plaatse van het immissiepunt. Naar het oordeel van de rechtbank levert dit de meest zuivere – feitelijke – vaststelling op. De rechtbank heeft daaraan toegevoegd dat het bevoegd gezag daarbij ook gemotiveerd heeft aangegeven dat de geluidmetingen zijn gecorrigeerd voor eventuele stoorgeluiden, alvorens te toetsen aan de geluidgrenswaarden.

Ten aanzien van de berekeningen die de inrichtinghouder heeft overgelegd, heeft de rechtbank overwogen dat deze berekeningen berusten op een model (rekenmethode 2.2 van de Handleiding), waarvan ook bij de vergunningverlening gebruik is gemaakt. Dit laat naar het oordeel van de rechtbank echter onverlet dat het bevoegd gezag ook op andere wijze, zoals in dit geval door het uitvoeren van feitelijke metingen, tot een vaststelling van de geluidbelasting kan en mag komen. De omstandigheid dat bij de vergunningverlening destijds gebruik moest worden gemaakt van een model, maakt dat niet anders.

mw. mr. Franca Damen