Beoordeling alternatieven in milieueffectrapport
Een milieueffectrapport moet een beschrijving bevatten van de voorgenomen activiteit en de wijze waarop die zal worden uitgevoerd. Ook moeten alternatieven daarvoor worden beschreven. Maar om welke alternatieven gaat het daarbij nou? De Raad van State deed daarover op 9 november 2016 een duidelijke uitspraak (201602003, ECLI:NL:RVS:2016:2988).
Uit de Wet milieubeheer volgt reeds dat het gaat om een beschrijving van de alternatieven die redelijkerwijs in beschouwing genomen moeten worden. De vraag welke alternatieven in een concrete situatie redelijkerwijs in beschouwing genomen moeten worden, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Bovendien moet deze vraag mede worden beantwoord in het licht van artikel 7.23, eerste lid, sub e, van de Wet milieubeheer.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat een milieueffectrapport een beschrijving moet bevatten van de gevolgen voor het milieu die de voorgenomen activiteit respectievelijk de beschreven alternatieven kunnen hebben. Daaruit volgt naar het oordeel van de Raad van State dat in een milieueffectrapport alleen alternatieven hoeven te worden beschreven die, wat betreft de gevolgen voor het milieu die daarvan redelijkerwijs zijn te verwachten, mogelijk tot relevante verschillen kunnen leiden.
mw. mr. Franca Damen