MER-beoordelingsbesluit mag bij ontwerpplan door college en raad

Als voor een (ontwerp)bestemmingsplan een MER-beoordelingsbesluit is vereist, dan is zowel het college van burgemeester en wethouders als de gemeenteraad bevoegd om dat MER-beoordelingsbesluit te nemen. Dat oordeelde de Raad van State in een uitspraak van 26 september 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3131).

Wat was er aan de hand?

De uitspraak gaat over een bestemmingsplan dat een nieuwe woonwijk met 86 woningen mogelijk maakt. Tegen het bestemmingsplan is beroep ingediend. In het beroepschrift is onder andere aangevoerd dat de gemeente in strijd met artikel 7.19 Wet milieubeheer (Wm) heeft gehandeld. Dat artikel gaat over de MER-beoordelingsplicht.

Juridisch kader

Op 1 juli 2017 zijn de regels over de milieueffectrapportage veranderd. Omdat het bestemmingsplan na die datum is vastgesteld, zijn de nieuwe regels van toepassing.

Van belang is artikel 7.19 Wm. Dat artikel bepaalt het volgende:

  • als het bevoegd gezag een activiteit wil ondernemen en
  • voor die activiteit op grond van artikel 7.2, eerste lid, sub b, Wm een MER-beoordeling is vereist,
  • dan moet het bevoegd gezag in een zo vroeg mogelijk stadium voor de voorbereiding van het besluit een MER-beoordelingsbesluit nemen.

Onder ‘een zo vroeg mogelijk stadium’ wordt verstaan het stadium vóór de terinzagelegging van het ontwerpbesluit. Dit betekent dus dat voordat het ontwerpbesluit (bijvoorbeeld een ontwerpbestemmingsplan) ter inzage wordt gelegd, een MER-beoordelingsbesluit moet zijn genomen.

Het bevoegd gezag mag het MER-beoordelingsbesluit pas nemen na overleg met de bestuursorganen die op grond van de wet moeten worden betrokken bij het voorbereiden van het betrokken besluit (bijvoorbeeld een bestemmingsplan). Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het voorbereiden of het vaststellen van een plan of besluit.

In het MER-beoordelingsbesluit moet het bevoegd gezag beslissen of er vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die de activiteit voor het milieu kan hebben, een MER moet worden gemaakt. Meer informatie over de milieueffectrapportage kunt u hier lezen.

Oordeel van de rechter

Het bestemmingsplan voor de nieuwe woonwijk is een initiatief van de gemeente. Voor dat bestemmingsplan is een vormvrije MER-beoordeling vereist.

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd het (ontwerp)bestemmingsplan voor te bereiden en de gemeenteraad is bevoegd het bestemmingsplan vast te stellen.

Gelet hierop is volgens de Raad van State zowel het college als de gemeenteraad bevoegd om het MER-beoordelingsbesluit te nemen.

Het MER-beoordelingsbesluit is overigens pas tegelijk met het vaststellen van het bestemmingsplan genomen, in plaats van vóór de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Omdat belanghebbenden hier niet door zijn benadeeld, heeft de Raad van State dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 Awb hersteld. Dat dit mogelijk is, blijkt ook uit eerdere uitspraken (zie bijvoorbeeld mijn artikel ‘Gebrek van niet uitvoeren MER(-beoordeling) reparabel?’).

mw. mr. Franca Damen