Blunder in wetsvoorstel Programmatische Aanpak Stikstof
Op 25 juni 2013 werd het wetsvoorstel Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof) openbaar bekend gemaakt. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd een wettelijke basis te leggen voor de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS). Bij het wetsvoorstel zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen. Het wetsvoorstel bevat mijns inziens in het bijzonder één grote blunder, en wel het expliciet uitsluiten van de mogelijkheid tot saldering voor agrarische ondernemers. Hierop ga ik in het navolgende nader in.
Een van de onderdelen van het wetsvoorstel betreft het vervallen van artikel 19kd van de Natuurbeschermingswet (hierna: Nb) ten aanzien van zowel vergunningen (artikel 19d, eerste lid, Nb) als plannen (artikel 19j Nb). Reden die daarvoor wordt gegeven, is dat artikel 19kd Nb was bedoeld als tijdelijke voorziening en dat aan dit artikel na het van kracht worden van de PAS geen behoefte meer bestaat, aangezien vanaf dat moment de beoordeling of een stikstofemitterend(e) project of een andere handeling kan worden toegestaan, geschiedt overeenkomstig de PAS en de daarin vastgelegde uitgangspunten voor onder meer de toekenning van ontwikkelingsruimte. Opmerkelijk is dat in de Memorie van Toelichting in het geheel niet wordt ingegaan op het onderscheid in artikel 19kd Nb ten aanzien van vergunningen als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, Nb enerzijds en plannen als bedoeld in artikel 19j Nb anderzijds. Dit terwijl het artikel thans voor zowel vergunningen als plannen een belangrijk en veelgebruikt artikel vormt en het wetsvoorstel bovendien voor plannen niet voorziet in een nieuwe soortgelijke voorziening zoals thans opgenomen in artikel 19kd Nb. Ook overigens acht ik de motivering van de intrekking van artikel 19kd Nb zeer summier, temeer nu in het wetsvoorstel de mogelijkheid van saldering expliciet wordt uitgesloten. Het voorgesteld artikel 19km, derde lid, Nb bepaalt namelijk dat voor een project of andere handeling die betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer en stikstofdepositie veroorzaakt op een in het programma opgenomen Natura 2000-gebied, een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, Nb niet wordt verleend op grond van het feit dat onmiddellijk in verband met dit project of deze andere handeling een afname van de stikstofdepositie plaatsvindt als gevolg van de beëindiging of beperking van een of meer bepaalde andere handelingen buiten die inrichting. Alvorens hierop in te gaan zij opgemerkt dat het de aandacht trekt dat dit artikellid enkel betrekking heeft op inrichtingen als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer. Waarom het artikellid tot dergelijke inrichtingen is beperkt, wordt in de MvT evenwel op geen enkele wijze gemotiveerd. Ook overigens wordt dit artikellid c.q. de gedachte daarachter in de MvT nagenoeg niet toegelicht. Enkel wordt overwogen dat aan de in artikel 19kd Nb opgenomen voorziening, zoals gezegd, geen behoefte meer zou bestaan na het van kracht worden van de PAS.
Ten aanzien van deze in het wetsvoorstel opgenomen wijzigingen zijn een aantal kritische kanttekeningen te plaatsen. Voornamelijk acht ik het onjuist en onverstandig om de in artikel 19kd Nb opgenomen voorzieningen volledig af te schaffen en de mogelijkheid van saldering expliciet uit te sluiten. Waar ondernemers thans nog de mogelijkheid hebben om intern te salderen danwel extern te salderen door zelfstandig op zoek te gaan naar ammoniakrechten en deze te verwerven, komt deze mogelijkheid in het wetsvoorstel geheel te vervallen. Daarnaast komt ook de mogelijkheid van saldering via provinciale depositiebanken te vervallen. Dientengevolge worden ondernemers volledig afhankelijk gesteld van de werking van de PAS. Dit terwijl bovendien nog alleszins onzeker is of de PAS wel kan worden aangemerkt als een mitigerende maatregel. Indien uiteindelijk geconcludeerd zou worden dat de PAS niet kan worden aangemerkt als een mitigerende maatregel, dan staan agrarische ondernemers volledig met lege handen. Immers kunnen zij dan noch gebruik maken van de PAS noch intern danwel extern salderen. Alsdan zou de Natuurbeschermingswet voor agrarische ondernemers dus weer terug bij af zijn. Gelet daarop zou de wetgever er verstandig aan doen de mogelijkheid van saldering in het wetsvoorstel te behouden en – dus – het voorgesteld artikel 19km, derde en vierde lid, Nb uit het wetsvoorstel te verwijderen.
mw. mr. Franca Damen