Geen belang bij Natura 2000 op afstand van 620 meter
De afgelopen jaren zijn er al verschillende uitspraken gedaan over het relativiteitsvereiste in het kader van Natura 2000. Op 13 mei 2015 (201307872) heeft de Afdeling hierover wederom een uitspraak gedaan. Uit deze uitspraak volgt dat wanneer een appellant op een afstand van circa 620 meter vanaf een Natura 2000-gebied woont, de normen uit de Natuurbeschermingswet niet strekken tot bescherming van de belangen van de desbetreffende appellant.
Situatie
De uitspraak van de Afdeling van 13 mei 2015 gaat over het bestemmingsplan “Buitengebied Zederik”. Tegen dit bestemmingsplan zijn verschillende beroepschriften ingediend. Een van deze beroepschriften is gericht tegen de vergroting van een bouwblok ten behoeve van een veehouderij. Een aantal omwonenden kon zich met deze vergroting niet verenigen. Om die reden hebben de desbetreffende omwonenden tegen het bestemmingsplan beroep ingediend. Een van de argumenten die zij hebben aangevoerd, is dat ten onrechte geen onderzoek is verricht naar de gevolgen van de uitbreiding van het bouwblok op het nabijgelegen Natura 2000-gebied.
Juridisch kader
Op grond van artikel 8:69a Awb vernietigt de bestuursrechter een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroep. Dit wordt ook wel het relativiteitsvereiste genoemd. Er moet een verband bestaan tussen een beroepsgrond en het belang waarin de appellant door het bestreden besluit dreigt te worden geschaad. De bestuursrechter mag een besluit niet vernietigen wegens schending van een rechtsregel die kennelijk niet strekt tot bescherming van het belang van de appellant.
Voor een nadere toelichting hierop verwijs ik u graag naar een aantal artikelen die ik hierover schreef:
- Recente jurisprudentie relativiteitsvereiste
- Relativiteitsvereiste bij natuurbeschermingswetvergunning
- Het relativiteitsvereiste: een praktische uiteenzetting
In eerdere uitspraken over het relativiteitsvereiste in het kader van Natura 2000 ging het ofwel over appellanten die direct naast of op een afstand van maximaal circa 300 meter van een Natura 2000-gebied wonen (zie bijv. ABRS 11 juni 2014, 201305867), ofwel over appellanten die op een afstand van ongeveer 1,5 km van een Natura 2000-gebied wonen (zie bijv. ABRS 19 november 2014, 201308582). De uitspraak van de Afdeling van 13 mei 2015 gaat over een afstand die hier tussenin is gelegen.
Uitspraak
De Afdeling heeft naar aanleiding van het beroep van de omwonenden met betrekking tot Natura 2000 overwogen dat het betrokken Natura 2000-gebied is gelegen op een afstand van ongeveer 620 meter van het bouwblok van de veehouderij en op een vergelijkbare afstand van de woningen van de omwonenden. Voorts wordt het Natura 2000-gebied van het bouwblok en de woningen gescheiden door een rijksweg. Gelet op deze omstandigheden is de Afdeling van oordeel dat het Natura 2000-gebied geen deel uitmaakt van de directe leefomgeving van de omwonenden. Daarom bestaat er geen duidelijke verwevenheid van de individuele belangen van de omwonenden bij het behoud van een goede kwaliteit van hun directe leefomgeving met het algemene belang dat de Natuurbeschermingswet beoogt te beschermen. De betrokken normen van de Natuurbeschermingswet strekken dan ook niet tot bescherming van de belangen van de omwonenden. Het relativiteitsvereiste, zoals neergelegd in artikel 8:69a Awb, staat er dan ook aan in de weg dat het bestemmingsplan als gevolg van deze beroepsgrond van appellanten wordt vernietigd.
mr. Franca Damen