Geen Nb-vergunning vereist voor saldogevende locatie

In haar uitspraak van 25 november 2015 (201503957) heeft de Afdeling overwogen dat in het kader van externe saldering niet vereist is dat voor een saldogevende locatie een Nb-vergunning is verleend. Deze uitspraak kan nog relevant zijn voor aanvragen om een Nb-vergunning die vóór 1 juli 2015 zijn ingediend en waarop het overgangsrecht van toepassing is.

Op 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) in werking getreden. Vanaf deze datum is ook de Natuurbeschermingswet op een aantal onderdelen gewijzigd. Een van deze onderdelen betreft de invoering van een verbod op extern salderen. Dit verbod is echter niet van toepassing op aanvragen om een Nb-vergunning die vóór 1 juli 2015 in werking zijn getreden en waarop het overgangsrecht van toepassing is.

Veel van deze vergunningaanvragen moeten nog worden afgehandeld door provincies en/of zijn in procedure bij de Afdeling. Sommige provincies stellen zware eisen aan externe saldering, die bovendien soms verder gaan dan de eisen die voortvloeien uit de jurisprudentie van de Afdeling. Zo wordt soms de (verzwaarde) eis gesteld dat wanneer externe saldering plaatsvindt met een veehouderij die (gedeeltelijk) stopt, voor deze (deels) stoppende veehouderij ook een Nb-vergunning moet worden verleend. Pas wanneer daaraan wordt voldaan (alsook aan andere eisen), zou volgens een aantal provincies de externe saldering voldoende zijn aangetoond.

Deze eis vloeit echter geenszins voort uit de rechtspraak. Sterker nog, de Afdeling heeft in haar uitspraak van 25 november 2015 expliciet overwogen dat niet is vereist dat voor de saldogevende locatie een Nb-vergunning is verleend.

De uitspraak bevat daarnaast nog een aantal andere heldere overwegingen, die gezamenlijk een goed overzicht vormen van veel relevante jurisprudentie van de Afdeling. Ik noem er een aantal in het kort:

  • Voor het aantonen van een directe samenhang in het kader van externe saldering moet in geval van bedrijfsverplaatsing een overeenkomst over de overname van ammoniakemissie aanwezig worden geacht.
  • Ammoniakrechten – zowel van de veehouderij waarvoor een Nb-vergunning wordt verleend als van de saldogevende veehouderij – hoeven niet gecorrigeerd te worden met het Besluit huisvesting.
  • Het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan alsook het doen van een kennisgeving stoppersmaatregelen in het kader van het Actieplan Ammoniak en Veehouderij vormt geen nieuwe milieutoestemming en kunnen aldus ook geen nieuwe referentiesituatie vormen, zoals bedoeld in de uitspraken van de Afdeling van 13 november 2013.
  • Een (beweerdelijke) onzekerheidsmarge van het rekenmodel AAgro-stacks betekent niet dat dit model niet kan worden aangemerkt als de best beschikbare techniek voor het berekenen van de ammoniakdepositie en niet gebruikt zou mogen worden.

Onderhavige uitspraak kan nog relevant zijn voor lopende procedures. Voor aanvragen om een Nb-vergunning die zijn ingediend op of na 1 juli 2015 is de uitspraak niet relevant, nu op deze aanvragen (in beginsel) het verbod van extern salderen van toepassing is.

mw. mr. Franca Damen