Inwerkingtreding Wet natuurbescherming

Vandaag, op 1 januari 2017, is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Ook het bijbehorende Besluit natuurbescherming en de bijbehorende Regeling natuurbescherming zijn op 1 januari 2017 in werking getreden. In dit artikel geef ik een overzicht van de belangrijkste elementen van het nieuw juridisch kader voor natuurbescherming.

Natuurbeschermingswet in een nieuw jasje

De Wet natuurbescherming vervangt onder andere de Natuurbeschermingswet. Het toetsingskader voor projecten, andere handelingen en plannen blijft in de basis hetzelfde, maar is in een nieuw ‘jasje’ gestoken.

Het is de bedoeling dat de Wet natuurbescherming zorgt voor een vereenvoudiging van de wet- en regelgeving. Over een aantal jaar zal de wet echter weer vervallen, omdat deze dan opgaat in de Omgevingswet.

Programmatische Aanpak Stikstof

Op 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. De PAS heeft tot een verandering van het toetsingskader voor projecten, andere handelingen en plannen geleid. Dit toetsingskader is overgenomen in de Wet natuurbescherming, het Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming. Meer informatie over de PAS in het nieuwe juridisch kader kunt u lezen in mijn artikel over het toetsingskader voor projecten, andere handelingen en plannen in het kader van de Wet natuurbescherming.

Sinds de inwerkingtreding van de PAS geldt een verbod op extern salderen. Voor vergunningaanvragen die vóór 1 juli 2015 zijn ingediend, was in de Natuurbeschermingswet overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht is ook in het nieuw juridisch kader opgenomen. Daarover kunt u hier meer lezen.

De eerste uitspraken die de Raad van State recent over dit overgangsrecht heeft gedaan, blijven dus ook onder de Wet natuurbescherming van belang. Een toelichting op deze uitspraken kunt u lezen in de artikelen die ik daarover schreef (ABRS 14 december 2016 en ABRS 28 december 2016).

Overgangsrecht

Voor aanvragen om een natuurbeschermingswetvergunning die vóór 1 januari 2017 zijn ingediend, is overgangsrecht opgenomen in de Wet natuurbescherming. Zoals u hier kunt lezen, is op de meeste vergunningaanvragen nu de Wet natuurbescherming van toepassing.

Aanhaakplicht en de omgevingsvergunning voor ‘natuur’

Op grond van de Natuurbeschermingswet was het mogelijk om voor een activiteit afzonderlijk een aanvraag om een natuurbeschermingswetvergunning en een aanvraag om een omgevingsvergunning in te dienen. Beide vergunningen werden daardoor van elkaar losgekoppeld. Dat was mogelijk door eerst een natuurbeschermingswetvergunning aan te vragen en daarna een omgevingsvergunning. Als eerst een omgevingsvergunning werd aangevraagd terwijl ook een natuurbeschermingswetvergunning nodig was, dan haakte de Natuurbeschermingswet aan bij de aanvraag om een omgevingsvergunning. Dit werd ook wel de aanhaakplicht genoemd.

De Wet natuurbescherming maakt het nog steeds mogelijk om beide vergunningaanvragen van elkaar los te koppelen. De ‘aanhaakplicht’ is nu echter anders vormgegeven, namelijk door de omgevingsvergunning voor ‘natuur’.

Bevoegd gezag

De Wet natuurbescherming kent een nieuwe regeling voor het bevoegd gezag. Daarnaast hebben gemeenten door de gewijzigde vormgeving van de ‘aanhaakplicht’ in de Wet natuurbescherming thans meer verantwoordelijkheden ten aanzien van activiteiten waarvoor een natuurbeschermingswetvergunning is vereist.

Overig

In de Wet natuurbescherming zijn verder onder andere regels opgenomen over de voorschriften die aan een vergunning verbonden kunnen worden en de mogelijkheden voor het wijzigen en intrekken van vergunningen. Deze regels sluiten in de basis aan bij de regels hierover in de Natuurbeschermingswet zoals die tot 1 januari 2017 gold.

Slot

Uiteraard blijf ik ook de ontwikkelingen met betrekking tot de Wet natuurbescherming volgen. Meer informatie daarover kunt u dan op mijn website lezen.

mw. mr. Franca Damen