Natuurbeschermingswet: vergunning voor tijdelijke ontsluitingsweg
Artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 kent een vergunningplicht voor het realiseren van projecten of het verrichten van andere handelingen die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000 gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.Onder het realiseren van een project dient een fysieke ingreep in natuurlijk milieu of landschap te worden begrepen, zoals de uitvoering van bouwwerken of het tot stand brengen van andere installaties of werken (zie bijv. ABRS 27 december 2012, zaaknr. 201111811/1/A4). Bij uitspraak van 6 maart 2013 (zaaknr. 201113007/1/A4) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald dat bij het enkel openstellen van een weg een dergelijke ingreep niet plaatsvindt. Het gaat immers enkel om het tijdelijk (wederom) voor ontsluitingsverkeer openstellen van een bestaande, verharde weg, die zonder het treffen van maatregelen geschikt is om te dienen als ontsluitingsweg.
Nu het openstellen van de weg niet is aan te merken als het realiseren van een project als bedoeld in de zin van artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb), gaat het om het verrichten van een ‘andere handeling’. Voor het verrichten van een ‘andere handeling’ is een vergunning ex artikel 19d Nb nodig indien het verrichten van de andere handeling gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betrokken Natura 2000-gebied kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Voor het verrichten van een andere handeling behoeft geen passende beoordeling te worden gemaakt. Dit vloeit voort uit de tekst van artikel 19f, eerste lid, Nb, dat enkel ziet op plannen en projecten.
Wel dient bij de vergunningverlening rekening gehouden te worden met het bepaalde in artikel 19e Nb. Dit artikel bepaalt dat bij de vergunningverlening onder meer rekening dient te worden gehouden met de gevolgen die een project of andere handeling kan hebben voor het betrokken Natura 2000-gebied. Anders dan in artikel 19f, eerste lid, Nb is niet bepaald dat ook de gevolgen die de handeling in combinatie met andere projecten of plannen kan hebben in ogenschouw moeten worden genomen. Er is geen aanleiding artikel 19e, aanhef en onder a, Nb zo uit te leggen dat tevens rekening moet worden gehouden met een dergelijke cumulatie.
Heeft u een vraag over de Natuurbeschermingswet of heeft u een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet nodig, neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op.
mw. mr. Franca Damen