Of/of-vergunning als referentie voor Nb-vergunning mag!

Wanneer sprake is van een zogenaamde of/of-vergunning, mag ook de daarin hoogst vergunde ammoniakemissie worden meegenomen als referentiesituatie in het kader van een aanvraag om een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet (ingediend vóór 1 juli 2015). Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling van 15 juni 2016 (201504686).

Met deze uitspraak zet de Afdeling een streep door de (wederom) door de provincie Noord-Brabant te strikt geïnterpreteerde Natuurbeschermingswet. De provincie stelde zich in het kader van vergunningaanvragen ingevolge de Natuurbeschermingswet (hierna: Nb resp. Nb-vergunning), zoals ingediend vóór 1 juli 2015, op het standpunt dat wanneer sprake was van een zogenaamde of/of-vergunning, enkel de daarin laagst vergunde ammoniakemissie mocht worden meegenomen bij het bepalen van de referentiesituatie. De provincie baseerde dit standpunt op de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2013.

Dat de provincie daarmee de Natuurbeschermingswet (wederom) te strikt heeft uitgelegd, volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 15 juni 2016. De Afdeling is duidelijk: de referentiesituatie hoeft niet te worden ontleend aan de vergunde alternatieve veebezetting in een of/of-vergunning die de laagste stikstofemissie tot gevolg heeft. Er is sprake van twee alternatieve veebezettingen waarvoor vergunning is verleend. Realisering van de ene veebezetting heeft niet tot gevolg dat de vergunning wat betreft de andere veebezetting van rechtswege komt te vervallen. Of de alternatieve veebezetting met de laagste stikstofemissie daadwerkelijk is gerealiseerd, is daardoor niet relevant.

mw. mr. Franca Damen