0

Ontwikkelingen Natuurbeschermingswet

Zoals ik eerder schreef, is de Natuurbeschermingswet 1998 een wet die continu aan wijzigingen onderhevig is. Op de meest relevante recente ontwikkelingen zal ik hier ingaan.

Vergunningplicht bestaand gebruik

Onder bestaand gebruik dient op grond van artikel 1 sub m van de Natuurbeschermingswet 1998 (in het vervolg: Nbw) te worden verstaan: “gebruik dat op 31 maart 2010 bekend is, of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn bij het bevoegd gezag”.

Op grond van artikel 19d lid 3 Nbw is voor bestaand gebruik geen vergunning benodigd ten aanzien van het realiseren of verrichten van projecten of andere handelingen die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000 gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.

Hoe lang deze vrijstelling van de vergunningplicht voor bestaand gebruik nog zal bestaan, is echter maar de vraag. Op 3 juli 2012 is door Ouwehand namelijk een amendement ingediend waarmee ‘bestaand gebruik’ voortaan vergunningplichtig wordt (Kamerstukken II 2011/12, 33 135, nr. 42). Aan haar amendement legt Ouwehand ten grondslag dat ruim 80% van de Nederlandse natuur in een slechte staat van instandhouding verkeert. De stikstof- en verdrogingsproblematiek vormen de grootste bedreigingen. Bestaande functies in en rond Natura 2000 gebieden vormen de grootste bedreigingen, aldus Ouwehand. Ouwehand is van mening dat alleen wanneer alle handelingen en activiteiten vooraf getoetst en waar nodig passend beoordeeld worden, voldoende voorkomen kan worden dat de natuur verder achteruit gaat. Daarom dienen volgens haar de toepasselijke artikelen rondom bestaand gebruik geschrapt te worden uit de Natuurbeschermingswet.

Wanneer wordt ingestemd met dit amendement heeft dit grote gevolgen voor de praktijk. Alsdan wordt immers ‘bestaand gebruik’ vergunningplichtig, terwijl ‘bestaand gebruik’ thans nog is uitgezonderd van de vergunningplicht ex artikel 19d Nbw.

Bepalingen terzake stikstofdepositie

Met voorgaand amendement van Ouwehand houdt nauw verband een ander amendement van Ouwehand (Kamerstukken II 2011/12, 33 135, nr. 48). In dit amendement worden een aantal wijzigingen voorgedragen waarmee enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht worden aangebracht. Ook deze wijzigingen worden voorgedragen wegens het gegeven dat in ruim 80% van de Natura 2000 gebieden in Nederland de stikstofdepositie veel hoger is dan de natuur aan kan. Bij de invoering van de Crisis- en herstelwet op 31 maart 2010 zijn een aantal bepalingen in de Natuurbeschermingswet ingevoegd met betrekking tot stikstofdepositie. Deze bepalingen stellen uitzonderingsregels voor bestaand gebruik in relatie tot stikstofdepositie en bevatten het kader voor de programmatische aanpak stikstofdepositie (in het vervolg: PAS). De PAS beoogt ontwikkelruimte te creëren voor nieuwe activiteiten die emissies van stikstof met zich brengen. Dit in tegenstelling tot de plicht om de stikstofdepositie zo snel en zo veel als mogelijk te laten afnemen tot onder de kritische depositiewaarde. Daar komt bij dat de nieuwe bepalingen bestaande activiteiten met stikstofemissies toestaan die sinds de referentiedatum per saldo geen toename van stikstofdepositie hebben veroorzaakt. Dit terwijl de stikstofemissie toen al in veel gevallen de kritische depositiewaarde ruimschoots overschreed.

In de toelichting op het amendement wordt voorts een onderzoek van het Planbureau van de Leefomgeving aangehaald waaruit blijkt dat indien een daling van de stikstofdepositie wordt benut voor nieuwe activiteiten met een stikstofemissie, het feitelijk veel moeilijker en in sommige gebieden zelfs onmogelijk wordt om de achteruitgang van Natura 2000 gebieden te stoppen en te voldoen aan de internationale verplichtingen. Volgens Ouwehand dienen er dan ook verbeteringen aangebracht te worden. Met de huidige regels wordt immers voorbij gegaan aan de noodzaak om de stikstofdepositie zo snel mogelijk te laten dalen, aldus Ouwehand. Al twee jaar – sinds invoering van de Crisis- en herstelwet – worden er geen concrete maatregelen genomen om de stikstofdepositie te laten dalen, omdat men in afwachting van de invoering van de PAS is. Thans is de PAS echter nog steeds niet van kracht; integendeel, de PAS blijkt voorlopig juridisch onhoudbaar. Ouwehand beoogt met onderhavig amendement dan ook dat de nadere bepalingen ten aanzien van stikstofdepositie niet langer noodzakelijke natuurbescherming in de weg staan.

Voorlopig is het nog afwachten of zal worden ingestemd met beide amendementen. Voor de praktijk is het van belang om dit in de gaten te houden, aangezien het aanzienlijke gevolgen zal hebben voor de praktijk.

mw. mr. Franca Damen

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *

vier × 5 =