Praktische benadering bij ontbreken van passende beoordeling
Wanneer in een concrete situatie ten onrechte geen passende beoordeling, zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet, is opgesteld, hoeft dit op zichzelf nog niet direct te leiden tot een vernietiging van het betrokken besluit. Het ontbreken van een passende beoordeling kan namelijk op een praktische manier worden benaderd. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling van 16 april 2014 (201303350).
Wanneer ten aanzien van een bepaald project op grond van objectieve gegevens niet kan worden uitgesloten dat het geen significante gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied, dient een passende beoordeling opgesteld te worden. Op grond van deze passende beoordeling moet het bevoegd gezag zich verzekeren dat de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied niet worden aangetast. In dat geval kan het bevoegd gezag vervolgens een vergunning verlenen op grond van artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet (hierna: Nb).
Wanneer een vergunning op grond van artikel 19d, eerste lid, Nb is verleend en daarvoor geen passende beoordeling is opgesteld, terwijl dat in een concrete situatie wel vereist was, is de vergunning in strijd met de Natuurbeschermingswet verleend. De vergunning ligt dan – in beginsel – gereed voor vernietiging.
In haar uitspraak van 16 april 2014 (201303350) ging de Afdeling hier echter op een praktische manier mee om. Deze uitspraak had betrekking op een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, Nb. Alvorens tot het verlenen van deze vergunning was overgegaan, had een passende beoordeling opgesteld moeten worden. Dit was echter niet gedaan. Gelet op de gegevens over de gevolgen van het project die mede aan het besluit ten grondslag zijn gelegd, zag de Afdeling zich voor de vraag gesteld of deze samen konden worden aangemerkt als een passende beoordeling als bedoeld in artikel 19f Nb.
Voor de in de uitspraak aan de orde zijnde situatie mocht deze praktische benadering van de Afdeling helaas geen soelaas bieden. Uit de gegevens over de gevolgen van het project die aan het besluit ten grondslag waren gelegd, bleek namelijk niet dat alle van belang zijnde aspecten van het vergunde project en de mogelijke gevolgen daarvan waren geïnventariseerd. In andere situaties kan een praktische benadering bij het ontbreken van een passende beoordeling mogelijk wel soelaas bieden. Daarvoor dienen aan de vergunning dan wel de nodige gegevens ten grondslag te liggen over de van belang zijnde aspecten van het project en de mogelijke gevolgen daarvan.
mw. mr. Franca Damen