Programma Aanpak Stikstof onderuit (deel 4): waarvoor kan het nuttig zijn?
Het Programma Aanpak Stikstof mag niet als toestemmingsbasis voor activiteiten worden gebruikt, zo oordeelde de Raad van State in de uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603). Maar het programma kan mogelijk nog wel voor andere doeleinden nuttig zijn.
Een van de doelstellingen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) was om hiermee vergunningverlening op grond van de Wet natuurbescherming (Natura 2000) te bevorderen. Daarvoor was vereist dat de positieve gevolgen van de maatregelen die in het kader van het PAS zijn of zullen worden getroffen, kunnen worden ingezet om de negatieve gevolgen van activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken, te mitigeren. Aan dat vereiste wordt niet voldaan. Dat betekent dat het PAS niet als toestemmingsbasis voor activiteiten kan worden gebruikt.
Maar het programma kan mogelijk nog wel voor andere doeleinden worden gebruikt. Het belang van maatregelen voor het behoud, herstel of het voorkomen van achteruitgang van natuurwaarden blijft immers staan. Zo’n maatregelen zijn immers verplicht op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Habitatrichtlijn. De Raad van State ziet voor het programma eerder een rol weggelegd bij de uitvoering van deze verplichtingen.
Daarnaast noemt de Raad van State nog een aantal mogelijkheden voor het gebruiken van het PAS. Zo kan een programma behulpzaam zijn bij de afweging om in een concrete situatie ten aanzien van een handeling een verplichting op grond van artikel 2.4 van de Wet natuurbescherming op te leggen. Dat kan een verplichting zijn om:
- informatie over de handeling te verstrekken;
- de nodige preventieve of herstelmaatregelen te treffen;
- de handeling overeenkomstig daarbij gegeven voorschriften uit te voeren, of
- de handeling niet uit te voeren of te staken.
Ook kan een programma een rol spelen bij de beoordeling van een aanvraag om een natuurvergunning voor een andere handeling (niet zijnde een project), zoals bedoeld in artikel 2.7, derde lid, sub b, in samenhang met artikel 2.8, negende lid, van de Wet natuurbescherming. In dat kader moet het bevoegd gezag namelijk rekening houden met de gevolgen die de handeling kan hebben voor een Natura 2000-gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied.
Andere delen blogserie
Over de andere onderdelen van de uitspraak van de Raad van State kunt u meer lezen in de andere delen van mijn blogserie:
- inleiding
- passende beoordeling
- de verwachte voordelen van maatregelen
- waarvoor kan het PAS nuttig zijn (dit blog)
- onderdelen onverbindend en gevolgen
- gevolgen voor de praktijk
- extern salderen weer ‘hot’ of andere oplossingen?
- eerste reactie overheid
- samenvatting uitspraak
mw. mr. Franca Damen