Programmatische Aanpak Stikstof oplossing voor interim uitbreiders

De afgelopen jaren is er een toenemende aandacht ontstaan voor de Natuurbeschermingswet. Dat geldt voor zowel nieuwe situaties als reeds bestaande situaties. Meer specifiek doel ik met deze laatste categorie op de zogenaamde interim uitbreiders. De praktijk wacht nog steeds op een oplossing voor deze groep veehouders. Volgens Dijksma biedt de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) de oplossing.

Algemeen

Interim uitbreiders zijn, kort gezegd, veehouderijen die sinds 7 december 2004 op basis van een milieuvergunning of melding zijn uitgebreid, doch zonder een natuurbeschermingswetvergunning. Dit terwijl een natuurbeschermingswetvergunning over het algemeen wel was vereist voor deze uitbreidingen. Een aantal provincies treedt inmiddels handhavend op tegen deze veehouderijen omdat ze door het ontbreken van een natuurbeschermingswetvergunning handelen in strijd met de Natuurbeschermingswet.

Het is dus hoog tijd dat er een oplossing komt voor deze problematiek. Deze mag mijns inziens niet, althans niet volledig, op het spreekwoordelijke bordje van de veehouder worden gelegd. Immers is er reeds sinds een aantal jaren nadrukkelijk aandacht ontstaan voor Natura 2000-gebieden en het benodigd hebben van een natuurbeschermingswetvergunning in de gevallen dat artikel 19d, eerste lid, Nb dat voorschrijft. Over het al dan niet benodigd hebben van een natuurbeschermingswetvergunning heeft altijd veel onduidelijkheid bestaan. Sterker nog, er is lange tijd door de overheid (rijksoverheid en provincies) gesteld dat in veel situaties geen natuurbeschermingswetvergunning was benodigd. Dientengevolge hebben veel veehouders in het verleden geen natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd voor de nieuwvestiging of uitbreiding van hun veehouderij, terwijl dit – achteraf bezien – wel vereist was.

Voor deze problematiek moet een oplossing komen. Jarenlang is er gezegd dat deze oplossing gelegen zou zijn in de PAS. In het navolgende ga ik hier nader op in.

Wetgevingsverslag 17 april 2013

De (rijks)overheid is zich bewust van deze problematiek en wenst dan ook een oplossing te vinden voor de zogenaamde interim uitbreiders. In een eerder artikel citeerde ik daartoe al een aantal uitspraken van Tweede Kamerleden (verslag van het algemeen overleg zoals vastgesteld op 5 juni 2013, Kamerstukken II 2012/13, 33 037, nummer 64), waaronder:

Er moet een oplossing komen voor de interimmers. Volgens mij weet de staatssecretaris waarover ik het heb. Mag ik ervan uitgaan dat de regering zorgt voor een oplossing waarvan de interimmers niet de dupe zijn? Zij zijn natuurlijk wel begonnen met goedkeuring van het Rijk, zonder vergunning. Wij dachten immers: het komt wel goed. Het wordt eigenlijk steeds lastiger.”

Door een van de Tweede Kamerleden werd zelfs opgemerkt dat op deze wijze de agrarische ondernemers de nek om wordt gedraaid:

“Dat is al gebeurd, door allerlei administratieve lasten en regelingen vanuit de Europese Unie. Nu komt dit er ook nog allemaal bij, dus die mensen hebben dadelijk totaal geen recht van bestaan meer.”

Eerder heeft Dijksma aangegeven dat het nog onzeker was of de PAS een oplossing zou bieden voor interim uitbreiders:

Ik heb zeker een inzet, maar ben er niet zeker van dat dit de goede uitkomst oplevert. Ik geef dus een kleine waarschuwing af. Dit is gewoon een lastig probleem. Bovendien moeten we vaststellen dat tien jaar terug misschien wel een paar dingen gedaan hadden moeten worden die niet gedaan zijn. Dat maakt het ingewikkeld.”

Brief 11 april 2014

Op 1 april 2014 zijn Kamervragen ingediend met betrekking tot de PAS. In haar brief van 11 april 2014 heeft Dijksma hier op gereageerd. Ook in deze brief erkent Dijksma de problematiek van interim uitbreiders:

“De problematiek rondom uitbreidingen van veehouderijen zonder Natuurbeschermingswetvergunning is door provincies en Rijk onderkend.”

Dijksma wenst tot een landelijke oplossing te komen:

“De aanbeveling zo snel mogelijk tot een oplossing te komen ondersteun in van harte. Gezien het landelijke karakter van het probleem ben ik het met de provincies eens dat er beter aan een generieke oplossing gewerkt kan worden dan dat iedere provincie dat afzonderlijk doet. In overleg met de provincies en binnen de Europeesrechtelijke kaders wordt in het kader van het programma aanpak stikstof voor de betrokken ondernemers aan een oplossing gewerkt.”

Volgens Dijksma wordt de problematiek van de interim uitbreiders opgelost met de PAS:

“Waarschijnlijk zal voor het merendeel van de interim-uitbreiders geen beroep gedaan hoeven worden op de ontwikkelingsruimte die ontstaat bij uitvoering van de Programmatische Aanpak Stikstof. De voornaamste reden hiervoor is dat uitgangspunt van de PAS de feitelijke depositie is. Dit betekent dat in de ecologische onderbouwing van de PAS rekening is gehouden met de deposities die door het feitelijk gebruik worden veroorzaakt. Het feitelijke gebruik van interim-uitbreiders is daar onderdeel van. (…)

Een mogelijke generieke oplossing is om na vaststelling van het programma aanpak stikstof het grootste deel van deze bestaande situaties te legaliseren via individuele vergunningen.”

Brief 1 juli 2014

Vervolgens kan nog worden gewezen op een brief 1 juli 2014 van Dijksma aan de voorzitter van de Tweede Kamer. In deze brief heeft Dijksma ten aanzien van interim uitbreiders het volgende vermeld:

“Wat betreft ‘interim uitbreiders’ het volgende. Het rekenmodel AERIUS gaat uit van de feitelijke depositie. Depositie veroorzaakt door bedrijven zonder NB-wet vergunning wordt meegenomen in het model.”

Conclusie

Het lijkt er dus op dat voor interim uitbreiders een oplossing zal komen met de Programmatische Aanpak Stikstof. Immers wordt de feitelijke ammoniakemissie c.q. stikstofdepositie van veehouderijen meegenomen in AERIUS, zijnde het rekenmodel dat gebruikt zal worden bij de PAS. Gelet op de brief van 11 april 2014 lijkt het erop dat er vervolgens nog wel een natuurbeschermingswetvergunning verleend zal moeten worden om de situatie te legaliseren. Of deze oplossing juridisch houdbaar is, kan echter weer een discussie op zichzelf opleveren.

Heeft u vragen over de Programmatische Aanpak Stikstof, externe saldering en/of over de Natuurbeschermingswet in het algemeen, neemt u dan gerust contact met mij op.

mw. mr. Franca Damen