Rechtbank laat besluit o.g.v. Programma Aanpak Stikstof in stand
Beroepsprocedures tegen besluiten waarin het Programma Aanpak Stikstof is toegepast, worden momenteel aangehouden in verband met de prejudiciële vragen die de Raad van State hierover aan het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft gesteld. Rechtbank Midden-Nederland deed op 1 september 2017 (ECLI:NL:RBMNE:2017:4516) naar mijn mening dan ook een opmerkelijke uitspraak. Deze uitspraak gaat namelijk over een besluit waarin het Programma Aanpak Stikstof een rol speelt.
Wat was er aan de hand?
Het betreft een besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu om de maximumsnelheid op de Rijksweg A2 op een bepaald tracé te verhogen. Tegen dit verkeersbesluit heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen beroep ingediend bij de rechtbank.
Het college heeft onder andere aangevoerd dat de snelheidsverhoging ten koste gaat van de beschikbare ontwikkelingsruimte voor stikstofdepositie en daarmee ten koste van de vrije ontwikkelingsruimte voor onder andere agrarische ondernemers, andere bedrijvigheid en regionale woningbouw. Het college kon zich daarmee niet verenigen.
Juridisch kader
Op 1 juli 2015 is het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. Het PAS bevat een nieuw toetsingskader voor activiteiten die een stikstofdepositie kunnen veroorzaken op Natura 2000-gebieden. Tot 1 januari 2017 was dit toetsingskader vastgelegd in de regels die waren gesteld in of op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb). Vanaf 1 januari 2017 is dit toetsingskader vastgelegd in de regels die zijn gesteld in of op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb).
Het toetsingskader houdt samenvattend het volgende in:
- de stikstofdepositie die de activiteit veroorzaakt, is kleiner dan of gelijk aan de drempelwaarde: er behoeft enkel een berekening te worden gemaakt in het rekenprogramma AERIUS en deze berekening moet worden bewaard;
- de stikstofdepositie die de activiteit veroorzaakt, is groter dan de drempelwaarde maar kleiner dan of gelijk aan de grenswaarde: voor de activiteit moet een melding worden gedaan bij het bevoegd gezag; deze melding kan in AERIUS worden gedaan;
- de stikstofdepositie die de activiteit veroorzaakt, is groter dan de grenswaarde: voor de activiteit is een Wnb-vergunning vereist.
Omdat het besluit vóór 1 januari 2017 is genomen, zijn de regels die waren gesteld in of op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 op deze zaak van toepassing. Daarbij is onder andere artikel 2, tweede lid, sub a, Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof (Besluit grenswaarden PAS) van belang. Hierin is voor projecten en andere handelingen die betrekking hebben op een hoofdweg een grenswaarde vastgesteld van 3 kilometer aan weerszijden van de weg, gemeten vanaf het midden van de rijbaan.
De Raad van State heeft op 17 mei 2017 over het Programma Aanpak Stikstof prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Meer informatie hierover kunt u lezen in mijn blogserie over de desbetreffende tussenuitspraken van de Raad van State.
Oordeel van de rechter
Bij het nemen van een verkeersbesluit hoeft niet zeker te zijn of wordt voldaan aan de verplichtingen uit de Natuurbeschermingswet 1998. Artikel 2 Wegenverkeerswet 1994 schrijft dat namelijk niet voor. De rechtbank heeft dit in de uitspraak overwogen onder verwijzing naar een uitspraak van de Raad van State van 8 maart 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:622).
Omdat niet zeker hoeft te zijn of wordt voldaan aan de verplichtingen uit de Natuurbeschermingswet 1998 hoefde voor het verkeersbesluit geen passende beoordeling te worden gemaakt. Maar dit laat onverlet dat de mogelijke effecten van de verhoging van de maximumsnelheid op nabijgelegen Natura 2000-gebieden ter voldoening aan de wetgeving moeten worden onderzocht en moeten worden betrokken bij het nemen van een verkeersbesluit.
Omdat het hier gaat om een besluit over de Rijksweg A2 is het hiervoor genoemde artikel 2, tweede lid, sub a, Besluit grenswaarden PAS van belang. Hierin is immers een grenswaarde voor stikstofdepositie voor hoofdwegen (dat zijn autowegen of autosnelwegen van nationaal belang) opgenomen. Deze grenswaarde houdt in dat voor projecten en andere handelingen ten aanzien van hoofdwegen alleen de effecten op een Natura 2000-gebied worden beoordeeld voor zover er binnen een afstand van 3 kilometer vanaf de weg een Natura 2000-gebied met een voor stikstof gevoelig habitat is gelegen.
De kleinste afstand tussen het relevante tracé van de A2 en een Natura 2000-gebied bedraagt 3,5 kilometer. Daarmee wordt voldaan aan de hiervoor genoemde grenswaarde. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister gelet hierop een onderzoek naar de betrokken Natura 2000-gebieden achterwege kunnen laten.
Overigens heeft de minister wel een natuurtoets laten uitvoeren. Daaruit zou blijken dat (significante) effecten als gevolg van de snelheidsverhoging op de habitattypen en habitatsoorten waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen, zijn uit te sluiten. Naar het oordeel van de rechtbank is er daarom geen aanleiding om te veronderstellen dat het verkeersbesluit ten koste gaat van andere mogelijke ontwikkelingen.
De rechtbank heeft het beroep van het college daarom ongegrond verklaard. Aan een beoordeling van de rechtmatigheid van het verkeersbesluit in relatie tot de juridische houdbaarheid van het PAS en de prejudiciële vragen hierover van de Raad van State is de rechtbank niet toegekomen, omdat het college de inhoud en toepasselijkheid van het PAS als zodanig niet ter discussie heeft gesteld.
mw. mr. Franca Damen