Salderen nu en in de toekomst

In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb) speelt salderen een belangrijke rol. In onderhavig artikel tracht ik een overzicht te geven van salderen nu en in de toekomst.

Salderen nu

De Natuurbeschermingswet speelt voor veehouderijen met name een rol wanneer er sprake is van nieuwvestiging of uitbreiding. Nieuwvestiging of uitbreiding van een veehouderij leidt in beginsel altijd tot een toename van de stikstofdepositie. Hierdoor zal in beginsel sprake zijn van een verslechtering c.q. een significant verstorend effect ten aanzien van Natura 2000-gebieden. Derhalve is de stikstofregeling uit artikel 19kd Nb van belang. Dit artikel bepaalt dat onder significante gevolgen zoals bedoeld in artikel 19d (en 19j) Nb niet worden verstaan de gevolgen van een project of plan door het veroorzaken van stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied, mits aan de voorwaarden is voldaan.

De kern van de stikstofregeling is aldus als volgt:

  • per saldo geen toename van de stikstofdepositie
  • ten opzichte van de relevante referentiedatum.

Het toepassen van de stikstofregeling wordt ook wel salderen genoemd. In onderhavige artikel ga ik enkel in op de mogelijkheid van extern salderen. Aan extern salderen zijn een aantal voorwaarden verbonden:

  • er moet sprake zijn van een directe samenhang tussen een stoppend en uitbreidend/nieuw bedrijf:
    • de vergunning van het stoppend bedrijf moet worden ingetrokken
    • het stoppend bedrijf moet daadwerkelijk worden beëindigend
  • er moet sprake zijn van een stikstofdepositie op hetzelfde Natura 2000-gebied;
  • het stoppend bedrijf moet ten tijde van de intrekking feitelijk nog aanwezig zijn; niet is vereist dat het vee nog aanwezig was.

Voorgaande criteria volgen onder meer uit de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 29 juni 2011 (200908730), 7 september 2011 (201003301), 18 april 2012 (201003985), 5 juni 2013 (201207329), 14 augustus 2013 (201205373) en 13 november 2013 (201303243, 201303324, 201303514, 201303816 en 201206190).

Onder de relevante referentiedatum zoals bedoeld in artikel 19kd Nb wordt verstaan:

  • ingeval van een Habitatrichtlijngebied:
    • 7 december 2004 of
    • datum waarop het gebied op de lijst van communautair belang is geplaatst
  • ingeval van een Vogelrichtlijngebied:
    • datum waarop het gebied als zodanig is aangewezen.

Een uitzondering hierop wordt evenwel gevormd wanneer sprake is van een tussentijds gewijzigde vergunning, welke een lagere stikstofdepositie c.q. ammoniakemissie kent dan de vergunde situatie ten tijde van de relevante referentiedatum. Dit volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2013 (201211640). De kern van deze uitspraak komt er op neer dat bij een tussentijds gewijzigde vergunning per saldo geen toename van de stikstofdepositie mag plaatsvinden ten opzichte van:

  • vergunde situatie ten tijde van de relevante referentiedatum: indien tussentijds verleende vergunning meer ammoniakemissie toestaat;
  • vergunde situatie met laagst toegestane ammoniakemissie: indien tussentijds verleende vergunning minder ammoniakdepositie toestaat.

Voorts kan worden gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2013 (201303243, 201303324, 201303514, 201303816, 201206190), waarin de Afdeling is ingegaan op salderen in het kader van een vergunningverlening op grond van artikel 19d, eerste lid, Nb via een provinciale depositiebank. Saldering via een depositiebank is slechts toegestaan onder bepaalde voorwaarden, te weten:

  • de depositiebank moet een mitigerend karakter waarborgen;
  • de depositiebank moet waarborgen dat hierin enkel milieuvergunningen zijn opgenomen die zijn verleend vóór de relevante referentiedatum.

Salderen in de toekomst

Vervolgens rijst de vraag hoe het zit met salderen in de toekomst. Binnen dat kader is het wetsvoorstel voor de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) relevant. Op grond van het wetsvoorstel PAS bestaat niet langer de mogelijkheid van extern salderen: enerzijds komt de stikstofregeling van artikel 19kd Nb te vervallen en anderzijds wordt een expliciet verbod op extern salderen opgenomen (voorgesteld artikel 19km, derde lid, Nb). In geval van de PAS is men voor het kunnen uitbreiden van een veehouderij – wanneer althans sprake is van een toename van de stikstofdepositie – afhankelijk van het bevoegd gezag. Voor het kunnen uitbreiden van een veehouderij is namelijk ontwikkelingsruimte nodig, welke enkel door het bevoegd gezag kan worden toegekend. Deze ontwikkelingsruimte kan onder meer worden toegekend in het kader van een vergunningverlening op grond van artikel 19d, eerste lid, Nb of in het kader van het verkrijgen van een VVGB in geval van een omgevingsvergunning voor een project.

Het gegeven dat in het kader van het wetsvoorstel PAS extern salderen niet langer mogelijk is, kan mogelijk een probleem opleveren, en wel om de navolgende redenen:

  • voor het verkrijgen van ontwikkelingsruimte is men afhankelijk van de medewerking van het bevoegd gezag;
  • de agrarische sector moet veel investeren; de vraag is hoeveel ontwikkelingsruimte de sector hiervoor terug krijgt;
  • de vraag is of de PAS is aan te merken als een mitigerende maatregel; zo niet, dan is het wetvoorstel PAS een loze letter voor de veehouderij.

Voor een nadere toelichting hierop verwijs ik u graag naar mijn eerdere artikel dat ik hierover heb geschreven.

Er is evenwel nog licht aan het einde van de spreekwoordelijke tunnel. Reden daarvoor is dat door diverse fracties binnen de Tweede Kamer een amendement is ingediend voor het behouden van de salderingsmogelijkheid, zoals thans opgenomen in artikel 19kd Nb, als “terugvaloptie” wanneer de PAS niet van toepassing is dan wel wanneer blijkt dat deze niet werkt.

Gelet op het feit dat extern salderen vooralsnog op grond van het wetsvoorstel PAS niet langer mogelijk ik, adviseer ik u om te salderen nu het nog kan.

Vragen

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen hebben, neemt u dan gerust contact met mij op.

mw. mr. Franca Damen