Twee bedrijven als één project in de zin van de Wet natuurbescherming?
Het samenvoegen van twee bedrijven in één vergunning op grond van de Wet natuurbescherming kan soms een oplossing bieden voor de stikstofproblematiek. Maar is dit juridisch wel mogelijk? De Raad van State heeft deze vraag beantwoord in een uitspraak van 8 november 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3002).
Achtergrond
Als een project of andere handeling leidt tot een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden, dan kan dat project of die andere handeling alleen toegestaan worden als daarvoor voldoende depositieruimte in het kader van het Programma Aanpak Stikstof beschikbaar is. In de praktijk wordt er veel nagedacht over mogelijkheden om ervoor te zorgen dat een project of andere handeling niet leidt tot een toename van stikstofdepositie.
Een voorbeeld daarvan is het ‘samenvoegen’ van twee bedrijven in één project. Voor een toelichting op het projectbegrip in de zin van de Wet natuurbescherming verwijs ik graag naar de artikelen die ik daarover eerder schreef (zie bijvoorbeeld ‘Vergunning artikel 19d Natuurbeschermingswet’ en ‘Blogserie uitspraken PAS (deel 14): project of andere handeling’).
Of het samenvoegen van twee bedrijven in één project juridisch mogelijk is, moet per situatie worden beoordeeld. De Raad van State heeft hierover op 20 juli 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2017) een eerste uitspraak gedaan. Op 8 november 2017 volgde hierover een andere uitspraak.
Wat was er aan de hand?
De uitspraak gaat over een aanvraag om een vergunning ingevolge de Wet natuurbescherming (Wnb-vergunning) voor twee bedrijven. De bedrijven hebben verschillende eigenaren en zijn gelegen op verschillende locaties. Bedrijf 1 is een melkveehouderij. Het jongvee dat daar wordt geboren, wordt na vier maanden verplaatst naar één van de stallen behorende tot bedrijf 2 (waar voor het overige varkens worden gehouden). Daar wordt het jongvee opgefokt. Op het moment dat dit vee drachtig is en op het punt staat om te kalveren, wordt het vee terug naar bedrijf 1 verplaatst. De bedrijven hebben hiervoor een overeenkomst gesloten.
De provincie heeft de aangevraagde Wnb-vergunning voor deze twee bedrijven als één project geweigerd, omdat volgens haar niet sprake was van één project.
Oordeel van de rechter
Het is vaste rechtspraak dat een aanvraag om een Wnb-vergunning betrekking moet hebben op alle activiteiten die samen één project vormen. In een Wnb-vergunning mogen meerdere projecten of andere handelingen worden samengevoegd, op voorwaarde dat de effecten van alle projecten en andere handelingen afzonderlijk zijn beoordeeld.
Het staat vast dat de effecten van de twee bedrijven in deze situatie niet afzonderlijk zijn beoordeeld. De bedrijven zijn immers aangevraagd als één project. Naar het oordeel van de Raad van State vormen de twee bedrijven samen echter niet één project. De bedrijven zijn gelet op de overeenkomst en de daarin afgesproken werkwijze weliswaar voor een deel organisatorisch met elkaar verbonden, maar kunnen los van elkaar functioneren. Het is namelijk niet aannemelijk geworden dat het opfokken van jongvee niet op een andere manier georganiseerd zou kunnen worden. Voor het huisvesten en opfokken van jongvee had bijvoorbeeld ook een overeenkomst met een ander bedrijf gesloten kunnen worden.
Omdat de twee bedrijven samen niet als één project kunnen worden aangemerkt en de effecten van beide bedrijven niet afzonderlijk zijn beoordeeld, heeft de provincie de aangevraagde Wnb-vergunning volgens de Raad van State terecht geweigerd.
mw. mr. Franca Damen