Tweede verhelderende uitspraak over overgangsrecht PAS
Op 28 december 2016 heeft de Raad van State een tweede verhelderende uitspraak gedaan over het overgangsrecht in de Natuurbeschermingswet in verband met de inwerkingtreding van de Programmatische Aanpak Stikstof (201601935, ECLI:NL:RVS:2016:3489). Uit de uitspraak volgt dat het overgangsrecht in artikel 67a Natuurbeschermingswet niet van toepassing is als de provincie vóór 1 juli 2015 niet beschikte over alle overeenkomsten voor externe saldering. Het overgangsrecht in artikel 19km, vierde lid, Natuurbeschermingswet kan dan nog wel van toepassing zijn.
In de Natuurbeschermingswet (Nb) is in verband met de inwerkingtreding van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) op 1 juli 2015 overgangsrecht opgenomen voor vergunningaanvragen die vóór 1 juli 2015 zijn ingediend. De PAS verbiedt extern salderen. Als het overgangsrecht van toepassing is, geldt het verbod van extern salderen niet.
Er zijn twee vormen van overgangsrecht in de Nb opgenomen, namelijk in artikel 19km, vierde lid, en artikel 67a Nb. Voor de toepassing van het overgangsrecht in artikel 19km, vierde lid, Nb gelden geen voorwaarden, voor de toepassing van het overgangsrecht in artikel 67a Nb wel, namelijk:
- voor het project, het plan of de andere handeling moet vóór inwerkingtreding van de PAS een besluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, Nb – zoals een aanvraag om een Nb-vergunning – in voorbereiding zijn bij het bevoegd gezag;
- de voor het nemen van het besluit beschikbare gegevens moeten voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of de voorbereiding van het besluit en de passende beoordeling moet, indien deze is vereist, volledig zijn;
- de tijdige uitvoering van de maatregelen die voor het project moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat geen verslechtering van het Natura 2000-gebied optreedt, moet zijn verzekerd.
Op 14 december 2016 heeft de Raad van State een eerste uitspraak gedaan over het overgangsrecht in artikel 67a Nb. Voor een toelichting op deze uitspraak verwijs ik u naar het artikel dat ik daarover schreef.
In de uitspraak van 28 december 2016 is de Raad van State ingegaan op beide vormen van overgangsrecht. De Raad van State heeft overwogen dat eerst moet worden beoordeeld of het overgangsrecht van artikel 67a Nb van toepassing is. Als dat niet het geval is, dan moet pas naar het overgangsrecht van artikel 19km, vierde lid, Nb worden gekeken.
Naar het oordeel van de Raad van State was het overgangsrecht van artikel 67a Nb niet van toepassing in de kwestie die aan de orde was in de uitspraak van 28 december 2016. Er was weliswaar vóór 1 juli 2015 een aanvraag om een Nb-vergunning ingediend (voldaan aan eerste voorwaarde), maar op dat moment waren onvoldoende voor de beoordeling benodigde gegevens beschikbaar. Onder andere de overeenkomsten voor externe saldering ontbraken op dat moment. Daarom werd niet voldaan aan de tweede voorwaarde. Het overgangsrecht in artikel 67a Nb was daarom niet van toepassing op de vergunningaanvraag.
Dat betekent dat artikel 19km, vierde lid, Nb wel op de vergunningaanvraag van toepassing was. Dat artikellid bepaalt dat het verbod op extern salderen niet geldt als vóór 1 juli 2015 een aanvraag om een Nb-vergunning is ingediend. Het is niet vereist dat de vergunningaanvraag voor 1 juli 2015 compleet was. Het is dus mogelijk om de vergunningaanvraag na 1 juli 2015 aan te vullen met gegevens en bescheiden die nodig zijn om de vergunning te kunnen verlenen met toepassing van externe saldering.
De provincie had het overgangsrecht van artikel 19km, vierde lid, Nb ten onrechte niet toegepast. Daarom heeft de Raad van State de provincie opgedragen om opnieuw een besluit te nemen.
Deze uitspraak blijft ook van belang onder de Wet natuurbescherming. In de Wet natuurbescherming is het overgangsrecht uit artikel 19km, vierde lid, en artikel 67a Nb namelijk overgenomen.
mw. mr. Franca Damen