Verbod op extern salderen in de PAS en de uitzonderingen daarop
Het wetsvoorstel voor de Programmatische Aanpak Stikstof kent een verbod op extern salderen. Ten aanzien van dit verbod voorziet het wetsvoorstel wel in overgangsrecht. Daarnaast bestaat er slechts in zeer bijzondere situaties een uitzondering op het verbod van extern salderen.
Het verbod op extern salderen is opgenomen in het voorgesteld artikel 19km, derde lid, Nb. Wanneer een vergunning ex artikel 19d, eerste lid, Nb wordt aangevraagd vóór inwerkingtreding van de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) c.q. het verbod van externe saldering, geldt hiervoor níet het verbod van externe saldering. Dit volgt uit het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in artikel 19km, vierde lid, Nb c.q. artikel 67a Nb van het wetsvoorstel. In een eerder artikel ben ik hier al nader op ingegaan.
In onderhavig artikel sta ik stil bij de uitzonderingen op het verbod van extern salderen. Ondanks dat ik al veel over de PAS heb geschreven, ben ik op deze uitzonderingen op het verbod van extern salderen niet eerder ingegaan. Reden daarvoor is dat deze uitzonderingen slechts gelden voor zeer bijzondere situaties. Mijns inziens dient voorkomen te worden dat veehouders hoop gaan vestigen op deze uitzonderingsmogelijkheden op het verbod van extern salderen. Deze mogelijkheden zien namelijk, zoals gezegd, op zeer bijzondere situaties en deze zullen zich niet snel voordoen. Dit nog los van de vraag of een provincie ook aanleiding en grondslag ziet voor een dergelijke bijzondere omstandigheid. Staatssecretaris Dijksma heeft ook meermalen nadrukkelijk aangegeven dat het uitgangspunt is dat vergunningen ex artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet enkel verleend kunnen worden op grond van de PAS en dat extern salderen verboden is.
Aanvankelijk voorzag het wetsvoorstel voor de PAS enkel in een verbod op extern salderen en het overgangsrecht, zoals opgenomen in artikel 19km, derde lid, Nb respectievelijk artikel 19km, vierde lid, Nb. Enkele Tweede Kamerleden hebben echter een amendement ingediend voor het behouden van de mogelijkheid van extern salderen. De gedachte daarbij was met name dat deze mogelijkheid nog zou moeten bestaan als terugvaloptie, voor het geval geen vergunning kan worden verkregen en/of de PAS onderuit zou gaan.
Op het amendement is veel kritiek gekomen, reden waarom het amendement in feite steeds verder is ingeperkt. In deze kritiek werd met name gesteld dat het behouden van de mogelijkheid van extern salderen de PAS zou doorkruisen. Daar ben ik het volstrekt niet mee eens. Althans: de PAS hanteert onjuiste uitgangspunten; wanneer de juiste uitgangspunten zouden worden gehanteerd, zou de mogelijkheid van extern salderen eenvoudig kunnen blijven bestaan en kan van een doorkruising van de PAS mijns inziens uitdrukkelijk geen sprake zijn. Het zou goed zijn wanneer dit onder ogen werd gezien en het wetsvoorstel en de PAS daarop aangepast zouden worden. Dat geldt te meer voor het geval de PAS bij de Afdeling (gedeeltelijk) onderuit zou gaan. Voorkomen dient te worden dat de PAS (gedeeltelijk) onderuit gaat en alsdan geen mogelijkheid meer bestaat om vergunningen te verlenen voor veehouderijen.
Doordat het amendement naar aanleiding van de kritiek is ingeperkt, is het vervolgens wel aangenomen door de Tweede Kamer en thans opgenomen in artikel 19kr Nb van het wetsvoorstel. Het artikel heeft enkel betrekking op projecten en andere handelingen:
- die stikstofdepositie veroorzaken op voor stikstofgevoelige habitats in een Natura 2000-gebied dat niet is opgenomen in het programma, of
- ten aanzien waarvan het bestuursorgaan dat met betrekking tot dat project of die andere handeling bevoegd is tot het nemen van een besluit, genoemd in artikel 19km, eerste lid, in overeenstemming met het bestuursorgaan dat voor de Natura 2000-gebieden waar het project of de andere handeling stikstofdepositie veroorzaakt, het beheerplan, bedoeld in artikel 19a of 19b, vaststelt en de ingevolge artikel 2, vierde lid, medebetrokken bestuursorganen, het besluit heeft genomen dat artikel 19km, derde lid, niet van toepassing is.
In de Nota naar aanleiding van het verslag d.d. 7 augustus 2014 heeft Staatssecretaris Dijksma hier een nadere toelichting op gegeven:
“Het voorgestelde artikel 19km, derde lid, sluit de mogelijkheid van externe saldering uit voor projecten of andere handelingen die stikstofdepositie veroorzaken op een in het programma aanpak stikstof opgenomen Natura 2000-gebied. Voorgesteld artikel 19kr is bedoeld als terugvaloptie en maakt uitsluitend in uitzonderingsgevallen externe saldering mogelijk. De programmatische aanpak stikstof is het eerst aangewezen instrument. Hierna beschrijf ik naar aanleiding van vragen van de leden van de GroenLinks-fractie de voorwaarden waaronder het bevoegd gezag kan besluiten dat het verbod van externe saldering niet van toepassing is op een concreet project. Eén van die voorwaarden is dat het bevoegd gezag een dergelijk besluit alleen kan nemen als na toepassing van externe saldering voldoende ontwikkelingsruimte overblijft (voorgesteld artikel 19kr, achtste lid). De bestuursorganen die het beheerplan vaststellen voor Natura 2000-gebieden waar projecten of andere handelingen stikstofdepositie veroorzaken op voor stikstofgevoelige habitats zijn verplicht de gevolgen van de stikstofdepositie te monitoren en daarover te rapporteren (voorgesteld artikel 19kr, zevende lid). Hiermee is geborgd dat de voor het programmatische aanpak stikstof verantwoordelijke bestuursorganen overzicht hebben van de omvang van de stikstofdepositie in de betrokken gebieden. Verder worden de generieke emissie- en depositiereducerende maatregelen die in het programma zijn opgenomen onverkort uitgevoerd (voorgesteld artikel 19kr, negende lid).”
Aangezien slechts in bijzondere omstandigheden een uitzondering kan bestaan op het verbod van extern salderen, is mijn advies om vooralsnog geen acht te slaan op artikel 19kr Nb, maar te salderen nu het nog kan.
mw. mr. Franca Damen