Wachten op de PAS of salderen nu het nog kan?
De Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) is een onderwerp dat in de praktijk veel aan de orde komt. Op dit moment is nog onduidelijk wanneer de PAS in werking zal treden. Echter leidt de aankomende inwerkingtreding van de PAS op dit moment in de praktijk wel al tot veel vragen. Een van deze vragen betreft de vraag of het goed is om met een aanvraag om een natuurbeschermingswetvergunning te wachten op de PAS, of om te salderen nu het nog kan.
De afgelopen weken werd deze vraag weer meerdere malen aan mij voorgelegd. Aanleiding daarvoor was mede een artikel dat was verschenen in een agrarisch blad. In dat artikel werd aangegeven dat het goed zou zijn om na te denken over intrekking van reeds ingediende aanvragen om een natuurbeschermingswetvergunning (hierna: Nb-vergunning), nu het overgrote deel van de boeren straks via de PAS een Nb-vergunning kan regelen. Veehouders die geen mogelijkheid hebben om ammoniakrechten aan te kopen ten behoeve van externe saldering en zodoende geen zicht hebben op het verkrijgen van een Nb-vergunning, zullen voor het verkrijgen van een Nb-vergunning inderdaad over het algemeen de “hoop” gevestigd hebben op de PAS.
Bij het wetsvoorstel voor de PAS zijn echter de nodige kanttekeningen te plaatsen. Daarvoor verwijs ik graag naar eerdere artikelen die ik hierover schreef. Om die reden volsta ik met een toelichting op een van de belangrijkste onderdelen uit het wetsvoorstel, te weten het vervallen van de mogelijkheid van externe saldering. Sterker nog, het wetsvoorstel voorziet in een verbod op externe saldering. Dit brengt met zich dat het aankopen van ammoniakrechten geen doel meer treft wanneer het wetsvoorstel in werking treedt. Deze rechten kunnen dan niet meer ingezet worden voor externe saldering. Volledigheidshalve merk ik op dat het wetsvoorstel wel voorziet in overgangsrecht voor vergunningaanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van de PAS. Aan dit overgangsrecht zijn verschillende voorwaarden verbonden die in acht genomen moeten worden.
Doordat het wetsvoorstel externe saldering verbiedt, kan een Nb-vergunning alleen nog worden verkregen als de provincie besluit om aan een veehouderij ontwikkelingsruimte toe te kennen. De provincie is vrij in het al dan niet toekennen van deze ontwikkelingsruimte en kan daaraan ook voorwaarden verbinden. Terwijl veehouders op grond van de huidige Natuurbeschermingswet dus zelf het verkrijgen van een Nb-vergunning nog zelf in de hand hebben, mits voldoende ammoniakrechten verkrijgbaar zijn, worden veehouders ingeval van inwerkingtreding van de PAS volledig afhankelijk van de medewerking van het bevoegd gezag. Het is mijns inziens gelet op alle kanttekeningen discutabel of de PAS voor het overgrote deel van de boeren een Nb-vergunning kan regelen, reden waarom het naar mijn mening raadzaam is om te salderen nu het nog kan.
mw. mr. Franca Damen