Aanwijzing categorieën gevallen waarin geen VVGB is vereist

Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning is in sommige gevallen een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) vereist. In welke gevallen een VVGB is vereist, wordt wettelijk bepaald. Er bestaat voor het bevoegd gezag echter ook enige vrijheid.

Dit licht ik nader toe. Op grond van artikel 6.5, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) is bij een aanvraag om een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) een VVGB vereist van de gemeenteraad van de gemeente waarin het project geheel of in hoofdzaak zal worden uitgevoerd.

Op grond van het derde lid van artikel 6.5 Bor kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin geen VVGB is vereist. Het artikel bevat geen vereisten voor de aanwijzing en houdt geen beperking in voor categorieën die opgenomen kunnen worden in de aanwijzing (ABRS 3 oktober 2012, 201206364). Een besluit van een gemeenteraad waarin is bepaald dat een VVGB niet is vereist voor het toepassen van artikel 2.12, eerste lid, sub 3, onder a, Wabo is echter niet toegestaan. Dat volgt uit een uitspraak van de Afdeling van 27 augustus 2014, 201310261. Een dergelijke aanwijzing is naar het oordeel van de Afdeling in strijd met artikel 6.5 Bor en daarmee onverbindend. Daartoe overweegt de Afdeling dat de gemeenteraad gelet op de tekst van artikel 6.5, derde lid, Bor categorieën van gevallen dient aan te wijzen waarin geen VVGB is vereist. Een besluit dat een VVGB nooit is vereist, kan niet worden aangemerkt als een aanwijzing van een categorie van gevallen. Daarnaast kan de bevoegdheid tot het maken van uitzonderingen als bedoeld in artikel 6.5, derde lid, Bor naar zijn aard niet worden gebruikt om de hoofdregel zoals neergelegd in artikel 6.5, eerste lid, Bor – namelijk dat een VVGB is vereist – geheel te omzeilen.

Gelet hierop heeft de Afdeling geconcludeerd dat het besluit van de gemeenteraad in strijd is met artikel 6.5 Bor en derhalve onverbindend is.

mw. mr. Franca Damen