Eisen aan verzoek om als aanvraag te gelden
Een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen, moet pas als een aanvraag worden beschouwd als het verzoek voldoende concreet is en gericht is tot het bevoegd gezag. Daarvoor is niet vereist dat de betrokkene een voorgeschreven formulier heeft gebruikt. Dit oordeelde rechtbank Noord-Nederland in een uitspraak van 15 november 2016 (ECLI:NL:RBNNE:2016:5004).
De Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat een aanvraag tot het geven van een beschikking moet worden ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is om een beslissing op de aanvraag te nemen. Dat is alleen anders als dat bij wettelijk voorschrift is bepaald. Een aanvraag moet worden ondertekend en ten minste de naam en het adres van de aanvrager bevatten, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.
In specifieke wetgeving worden vaak extra eisen aan een aanvraag gesteld. Zo zijn in het Besluit omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht extra eisen gesteld aan een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Hierin is onder andere bepaald dat als een aanvraag niet digitaal wordt ingediend, gebruik wordt gemaakt van een vastgesteld formulier.
De enkele omstandigheid dat geen gebruik is gemaakt van dit formulier, betekent niet dat geen sprake kan zijn van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Echter is wel van belang dat een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen pas als een aanvraag moet worden aangemerkt als het verzoek voldoende concreet is en gericht is tot het bevoegd gezag.
Als een belanghebbende een brief stuurt aan het bevoegd gezag en daarin niet eenduidig en ondubbelzinnig duidelijk maakt een aanvraag te willen indienen, dan is naar het oordeel van rechtbank Noord-Nederland geen sprake van een aanvraag waarop het bevoegd gezag een besluit moet nemen. De rechtbank heeft daaraan toegevoegd dat onduidelijkheid over de intentie van de belanghebbende met zijn brief in dat geval voor zijn rekening en risico komt.
mw. mr. Franca Damen