Heldere uitspraak omtrent nadere eisen in bestemmingsplan
In een bestemmingsplan mag worden bepaald dat het college van burgemeester en wethouders met inachtneming van de bij het plan te geven regels ten aanzien van in het plan omschreven onderwerpen of onderdelen nadere eisen kan stellen. Dat deze bevoegdheid niet ongelimiteerd is, volgt duidelijk uit een uitspraak van de Afdeling van 18 februari 2015 (201306630).
Op grond van artikel 3.6, eerste lid, sub d, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan bij een bestemmingsplan worden bepaald dat met inachtneming van de bij het plan te geven regels burgemeester en wethouders ten aanzien van in het plan omschreven onderwerpen of onderdelen nadere eisen kunnen stellen.
De gemeenteraad van de gemeente Weert had in het bestemmingsplan “Buitengebied 2011” dergelijke nadere eisen opgenomen. De Afdeling heeft deze echter gedeeltelijk vernietigd, omdat deze niet in overeenstemming zijn met artikel 3.6, eerste lid, sub d, Wro. De bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is, zo volgt uit de wet, beperkt tot eisen die aansluiten bij in het bestemmingsplan zelf reeds gestelde regels aangaande het betreffende onderwerp of onderdeel. Daarnaast dient voldoende duidelijk te zijn in welke gevallen en onder welke omstandigheden het college gebruik kan maken van zijn bevoegdheid.
In het bestemmingsplan “Buitengebied 2011” was onder meer opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders nadere eisen kan stellen ten aanzien van de natuur- en landschappelijke compensatie die geleverd moet worden bij uitbreiding van agrarische bebouwing binnen het bouwvlak. De Afdeling overwoog daaromtrent dat in het bestemmingsplan geen regels zijn gesteld over het onderwerp compensatie bij agrarische bedrijven. Gelet daarop wordt niet voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor het stellen van nadere eisen. In het bestemmingsplan hadden dan ook geen nadere eisen met betrekking tot het onderwerp compensatie mogen worden opgenomen.
Voor zover de gemeenteraad heeft betoogd dat deze nadere eis ziet op de in een aantal planregels gegeven verwijzing naar landschappelijke inpassing, heeft de Afdeling overwogen dat dit begrip een geheel andere strekking heeft dan het begrip compensatie. De Afdeling heeft de planregel waarin de nadere eis met betrekking tot compensatie is opgenomen dan ook vernietigd.
mw. mr. Franca Damen