Heldere uitspraak over persoonsgebonden overgangsrecht
Bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan geldt het uitgangspunt dat bestaand gebruik positief wordt bestemd. Op dit uitgangspunt bestaan verschillende uitzonderingen. In dat geval komt bestaand gebruik onder het overgangsrecht te vallen. Een bijzondere vorm van overgangsrecht is het persoonsgebonden overgangsrecht. Op 11 maart 2015 (201308826) deed de Afdeling hierover een heldere uitspraak.
Wanneer sprake is van bestaand legaal gebruik dient dit gebruik vanwege de rechtszekerheid in beginsel positief bestemd te worden in een nieuw bestemmingsplan. Een uitzondering op dit uitgangspunt bestaat bijvoorbeeld wanneer een positieve bestemming van dit gebruik op basis van nieuwe inzichten niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen. In een dergelijk geval moet in beginsel aannemelijk zijn dat concreet zicht op beëindiging van het gebruik bestaat, omdat het overgangsrecht bedoelt is als overbrugging van een tijdelijke situatie.
Indien bestaand gebruik niet positief wordt bestemd, dient de gemeenteraad te kiezen voor een andere bestemming waarvan aannemelijk is dat deze binnen de planperiode van in beginsel tien jaar wordt gerealiseerd.
Het op het tijdstip van het vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan bestaande, maar daarvan afwijkende, rechtmatige gebruik, mag op grond van het overgangsrecht worden voortgezet. In ieder bestemmingsplan dient namelijk overgangsrecht te worden opgenomen, dat betrekking heeft op zowel gebruik als bouwwerken. In het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald hoe dit overgangsrecht dient te luiden.
Hierin is ook opgenomen dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om voor een of meer natuurlijke personen persoonsgeboden overgangsrecht op te nemen. Daartoe kan de gemeenteraad overgaan in gevallen waarin het bestaande gebruik niet onder de werking van het algemene overgangsrecht zou vallen en handhavend optreden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 3.2.3 Bro, zou leiden:
“Indien toepassing van het overeenkomstig artikel 3.2.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen.”
Dit artikel biedt naar het oordeel van de Afdeling ook de mogelijkheid om persoonsgebonden overgangsrecht voor een of meer natuurlijke personen op te nemen in gevallen waarin het bestaande gebruik al in het voordien geldende bestemmingsplan onder de beschermende werking van het overgangsrecht viel, het dienovereenkomstig bestemmen van dat gebruik naar het oordeel van de gemeenteraad niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar de gemeenteraad ook geen aanleiding ziet om actief over te gaan tot beëindiging van het gebruik door aankoop of onteigening.
Voor de onderbouwing van dit oordeel heeft de Afdeling verwezen naar de toelichting op artikel 3.2.3 Bro. Daarin is onder meer het volgende overwogen:
“Altijd weer worstelen gemeenten in de planpraktijk met het gegeven dat zij graag veranderingen zouden willen bewerkstelligen in het planologisch regime, maar daarvan noodgedwongen afzien omdat onvoldoende aannemelijk is dat deze veranderingen ook werkelijk kunnen worden gerealiseerd binnen de planperiode, omdat de bestaande ruimtelijke situatie niet van gemeentewege kan worden beëindigd zonder relatief ernstige schade toe te brengen aan de (rechts)persoon van de rechthebbende ter plaatse, terwijl onteigening geen oplossing kan bieden. Met name moet hierbij gedacht worden aan gevallen waarin de hoge leeftijd van de gebruiker de verwachting wettigt dat de belemmeringen op termijn zullen worden weggenomen, maar niet valt te voorspellen wanneer dat het geval zal zijn. Persoonsgebonden overgangsrecht kan in deze gevallen een oplossing bieden.”
Gelet op het uitgangspunt dat het niet aanvaardbaar is om bestaand gebruik meerdere keren onder het algemeen gebruiksovergangsrecht te brengen, kan het opnemen van persoonsgebonden overgangsrecht in een nieuw bestemmingsplan in sommige gevallen een oplossing bieden.
mw. mr. Franca Damen