Nieuw bestemmingsplan of omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik?

Wanneer een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling gewenst is, maar deze in strijd is met het geldende bestemmingsplan, dan bestaan er verschillende mogelijkheden om deze strijdigheid proberen op te heffen. Het is niet aan de gemeente om hierin een keuze te maken. Rechtbank Gelderland deed hierover op 17 februari 2015 (ECLI:NL:RBGEL:2015:946) een uitspraak.

Om een ruimtelijke ontwikkeling toch mogelijk te maken, bestaan er – in hoofdlijnen – twee mogelijkheden:

  • een nieuw bestemmingsplan
  • een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik.

Een verzoek tot wijziging van een bestemmingsplan dient door de gemeenteraad te worden behandeld. De gemeenteraad is namelijk bevoegd tot het vaststellen van bestemmingsplannen.

Een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik dient door het college van burgemeester en wethouders de worden behandeld. Het college is namelijk bevoegd tot vergunningverlening. Het betreft een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), gelezen in samenhang met artikel 2.12 Wabo.

Wanneer een initiatiefnemer bij de gemeente een verzoek indient om een bestemming te “doen herleven”, zoals dat in onderhavige kwestie aan de orde was, dan is de gemeenteraad hiervoor bevoegd. In onderhavige kwestie had het college van burgemeester en wethouders echter een beslissing genomen met gebruikmaking van een bevoegdheid op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c, Wabo. De aanvraag betrof echter geen aanvraag om een omgevingsvergunning, maar een wijziging van het bestemmingsplan. Het college was daarom onbevoegd om een besluit te nemen op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c, Wabo. Het had de aanvraag ter behandeling moeten doorsturen aan de gemeenteraad. Dit heeft het college ten onrechte nagelaten.

Het staat een gemeente dus niet vrij om een keuze te maken in de verschillende opties om een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Weliswaar kan een gemeente in overleg met een initiatiefnemer een voorkeur voor een bepaalde optie uitspreken, maar het is de initiatiefnemer die de keuze dient te maken. Afhankelijk van de gemaakte keuze dient het bevoegd gezag – de gemeenteraad of het college – vervolgens een besluit te nemen.

mw. mr. Franca Damen