Omgevingsvergunning binnenplanse afwijking en kruimelregeling combineren
Het is mogelijk om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik toepassing te geven aan artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 1, Wabo (binnenplanse afwijkingsbevoegdheid) én artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2, Wabo (kruimelregeling). Dit oordeelde de Raad van State in een uitspraak van 3 mei 2017 (201602813, ECLI:NL:RVS:2017:1191). Ook ging de Raad van State in deze uitspraak verder in op de uitleg van de functionele verbondenheid van een bijbehorend bouwwerk.
Combineren omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik
In de uitspraak gaat het over een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik die is verleend met toepassing van:
- artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 1, Wabo voor het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van het bijgebouw als atelier én
- artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2, Wabo voor het in afwijking van de bouwregels van het bestemmingsplan bouwen van het bijgebouw.
Dit is naar het oordeel van de Raad van State toegestaan.
Functionele verbondenheid
In het bijgebouw wordt een aan huis verbonden beroep uitgeoefend. Het bijgebouw wordt namelijk gebruikt als atelier. Het voor ‘wonen’ aangewezen perceel is op grond van het bestemmingsplan bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het college kon daarom met toepassing van het bestemmingsplan omgevingsvergunning verlenen voor het gebruiken van het bijgebouw als atelier. Hiermee is het gebruik van het bijgebouw als atelier planologisch toegestaan. Dit maakt dat het gebruik van het bijgebouw als atelier in planologisch opzicht gerelateerd is aan (het gebruik van) de woning. Er is dan sprake van functionele verbondenheid. Daarom is het bijgebouw een bijbehorend bouwwerk zoals bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
mw. mr. Franca Damen