Planschade: vergunningvrij bouwen telt niet mee
Als een verzoek om tegemoetkoming in planschade wordt beoordeeld, moeten de mogelijkheden van vergunningvrij bouwen niet in de planologische vergelijking worden betrokken. Dat oordeelde de Raad van State in een uitspraak van 23 mei 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1682).
Hiervoor is van belang dat de oorzaken van planschade limitatief zijn opgesomd in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening. In die bepaling is het wetsartikel voor vergunningvrij bouwen (artikel 2 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht) niet genoemd. De mogelijkheid om vergunningvrij te bouwen is een gevolg van de keuze die de wetgever heeft gemaakt en kan niet aan een nieuw bestemmingsplan worden toegerekend. Dit betekent dat de mogelijkheid om vergunningvrij te bouwen niet bij de planologische vergelijking moet worden betrokken en bij de beoordeling van een verzoek om tegemoetkoming in planschade dus buiten beschouwing blijft.
Deze uitspraak van de Raad van State is in lijn met de rechtspraak over de oude wetgeving over vergunningvrij bouwen (Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken) en planschade (artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening).
Wilt u een algemene toelichting lezen op de beoordeling van een verzoek om tegemoetkoming in planschade? Dan verwijs ik u graag naar mijn artikel ‘Tegemoetkoming in planschade: de basis’.
mw. mr. Franca Damen