Reactieve aanwijzing bij omgevingsvergunning

Wanneer een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik wordt verleend op grond van de uitgebreide procedure, zijn een aantal artikelen uit de Wet ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing. Een van deze artikelen betreft de bevoegdheid van GS tot het geven van een reactieve aanwijzing. Hierover gaat een uitspraak van de Afdeling van 22 april 2015 (201403506).

Situatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen (hierna: het college) heeft een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik verleend voor het oprichten van één windturbine op een locatie, waarmee het op die locatie uit zes windmolens bestaande windmolenpark wordt uitgebreid. Het betreft een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3, Wabo, op grond van een goede ruimtelijke onderbouwing.

Tegen deze omgevingsvergunning heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Friesland (hierna: GS) een reactieve aanwijzing ingediend, omdat de omgevingsvergunning strijdig is met het provinciaal beleid.

Juridisch kader

Wanneer een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3, Wabo wordt verleend, is hierop conform artikel 3.10 Wabo de uitgebreide procedure van toepassing. Dit betekent dat eerst een ontwerpbesluit genomen moet worden en ter inzage moet worden gelegd. Tegen dit ontwerpbesluit kunnen zienswijzen worden ingediend.

Uit artikel 3.13, eerste lid, Wabo volgt dat wanneer GS of de inspecteur tegen het ontwerpbesluit een zienswijze hebben ingediend, en deze in het definitief besluit niet wordt overgenomen, het definitief besluit onverwijld aan hen moet worden toegezonden. Het definitief besluit mag vervolgens pas zes weken na die toezending bekend worden gemaakt.

Op grond van artikel 3.13, tweede lid, Wabo kan GS, onverminderd andere aan hem toekomende bevoegdheden, binnen deze zes weken met betrekking tot het betrokken onderdeel van het besluit aan het bevoegd gezag een reactieve aanwijzing, zoals bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, Wabo, geven. Een dergelijke reactieve aanwijzing strekt ertoe dat het bewuste onderdeel geen deel blijft uitmaken van het besluit.

GS dient in de reactieve aanwijzing de daaraan ten grondslag liggende feiten, omstandigheden en overwegingen te vermelden die hen beletten het betrokken provinciaal belang met inzet van andere aan hem toekomende bevoegdheden te beschermen.

De kennisgeving van het besluit waarbij een reactieve aanwijzing wordt gegeven, moet gelijktijdig met het besluit tot vergunningverlening bekend worden gemaakt.

Uitspraak

Voor het antwoord op de vraag of een bepaald belang een provinciaal belang is, is bepalend of het belang zicht leent voor behartiging op provinciaal niveau vanwege de daaraan klevende bovengemeentelijke aspecten. De mogelijkheid om een reactieve aanwijzing te geven of algemene regels te stellen is niet beperkt tot bijzonder zwaarwegende belangen. De bevoegdheid tot het geven van een reactieve aanwijzing is niet beperkt tot de gevallen waarin provinciale algemene regels zijn vastgesteld dan wel in ontwerp aanwezig zijn. Ook in andere gevallen kan een provinciaal ruimtelijk relevant belang het geven van een reactieve aanwijzing noodzakelijk maken.

Met inachtneming van deze jurisprudentie heeft de Afdeling overwogen dat met de concentratie van windmolens op slechts enkele locaties in de provincie een provinciaal belang wordt gediend. GS heeft het belang van het beperken van de impact van windmolens op het Friese landschap en in samenhang daarmee het beschermen van het landschap in de provincie als provinciaal belang kunnen aanmerken.

Dat de nieuwe visie van de provincie omtrent windmolens nog niet is vastgelegd in een provinciale structuurvisie en/of verordening is niet relevant. Immers kan ook in andere gevallen een provinciaal ruimtelijk relevant belang het geven van een reactieve aanwijzing noodzakelijk maken. GS heeft zich daarom in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat provinciale belangen het geven van de reactieve aanwijzing met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

mr. Franca Damen