Vernietiging bestemmingsplan vanwege flora en fauna
In het kader van de voorbereiding van een bestemmingsplan dient ook het aspect flora en fauna beoordeeld te worden. Het komt zelden voor dat een bestemmingsplan omwille van dit aspect wordt vernietigd. Dit was echter anders in de uitspraak van de Afdeling van 11 maart 2015 (201403245).
Aan de orde was het bestemmingsplan “Wijthmenerplas” van de gemeente Zwolle. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de Wijthmenerplas en directe omgeving als gebeid voor dagrecreatie inclusief het gebruik van een gedeelte van het plangebied als evenemententerrein. Tegen dit bestemmingsplan is door appellant beroep ingediend. In het beroepschrift is onder andere aangevoerd dat niet is gebleken dat is onderzocht of voor jaarrond beschermde vogelnesten een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet kan worden verkregen. Als gevolg van de activiteiten die plaatsvinden tijdens en na afloop van evenementen kan verstoring van beschermde gebieden plaatsvinden, aldus appellant.
Juridisch kader
Voor de beoordeling van flora en fauna geldt het toetsingskader, zoals dat is neergelegd in de Flora- en faunawet. Daarvoor vindt, samengevat weergegeven, de volgende beoordeling plaats:
- is sprake van een beschermde soort?
- is sprake van een overtreding van een van de verboden, zoals opgenomen in de Flora- en faunawet?
- kan voor deze overtreding een uitzondering worden verleend op grond van een algemene vrijstelling of een individuele ontheffing?
Het komt regelmatig voor dat in het kader van de vaststelling van een bestemmingsplan door appellanten wordt aangevoerd dat, kort gezegd, sprake is van een overtreding van de Flora- en faunawet. Het is vaste jurisprudentie dat de vraag of voor de uitvoering van een bestemmingsplan een vrijstelling geldt dan wel een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is benodigd, en zo ja, of deze ontheffing kan worden verleend, in beginsel pas aan de orde komt in een procedure op grond van de Flora- en faunawet. Dat doet er echter niet aan af dat een gemeenteraad een bestemmingsplan niet kan vaststellen, indien en voorzover hij op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat de Flora- en faunawet aan de uitvoerbaarheid van het plan in de wet staat.
Uitspraak
Nadat de Afdeling in haar uitspraak van 18 maart 2015 naar deze vaste jurisprudentie heeft verwezen, heeft het overwogen dat noch uit de stukken noch ter zitting is komen vast te staan dat is onderzocht of ter plaatse vogels met jaarrond beschermde nesten aanwezig zijn. Weliswaar heeft de gemeenteraad gesteld dat overleg heeft plaatsgevonden met Dienst Regelingen, maar hij heeft geen document overgelegd waaruit blijkt wanneer dit overleg heeft plaatsgevonden, waaruit dit overleg heeft bestaan, of hierbij uitdrukkelijk bepaalde aspecten (het afsteken van vuurwerk) zijn besproken en wat de conclusies van het overleg zijn geweest.
Gelet hierop kan naar het oordeel van de Afdeling niet worden vastgesteld dat de gemeenteraad er op voorhand van uit kon gaan dat de Flora- en faunawet niet aan de uitvoering van het plan in de weg staat. Vastgesteld zal moeten worden of het mogelijke gebruik door vogels met jaarrond beschermde nesten inderdaad plaatsvindt, en zo ja, of vrijstelling kan worden verleend dan wel aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een ontheffing kan worden voldaan. De Afdeling heeft het bestemmingsplan vanwege een onzorgvuldige voorbereiding vernietigd.
mw. mr. Franca Damen