VVGB in het omgevingsrecht, enkele (procedure)regels
In het kader van een omgevingsvergunning is soms een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) nodig. Als een VVGB wordt geweigerd, moet de omgevingsvergunning ook worden geweigerd. Aan een VVGB zijn verschillende (procedure)regels verbonden, zoals de regel door welk bestuursorgaan een ontwerp VVGB en een definitieve VVGB moeten zijn opgesteld. Op 9 mei 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1511) heeft de Raad van State hierover een heldere uitspraak gedaan.
Wanneer is een VVGB vereist?
Wanneer in het kader van een aanvraag om een omgevingsvergunning een VVGB is vereist, is vastgelegd in artikel 2.27 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit artikel verwijst naar bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen. Dergelijke categorieën zijn bijvoorbeeld aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor).
Het bestuursorgaan dat bevoegd is om te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, moet bij de ontvangst van zo’n aanvraag beoordelen of er aspecten zijn waaromtrent een ander bestuursorgaan een VVGB moet afgeven. Als dat het geval is, moet het de vergunningaanvraag zo spoedig mogelijk zenden aan het bestuursorgaan dat bevoegd is om de VVGB te geven.
Doel VVGB
Een VVGB is niet zozeer een goedkeuringsinstrument, maar dient ertoe om een ander bestuursorgaan te laten beslissen over een aspect van de vergunning dat aan de beoordeling van het bevoegd gezag is onttrokken.
Procedure VVGB
Als een VVGB is vereist, dan is altijd de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. Dat volgt uit artikel 3.10 Wabo. Verdere regels staan onder andere in artikel 3.11 Wabo.
De VVGB doorloopt dezelfde procedure als de omgevingsvergunning. Dat betekent dat eerst een ontwerp VVGB wordt gegeven. Dit ontwerp moet worden opgesteld door het bestuursorgaan dat bevoegd is een VVGB te geven.
De ontwerp VVGB en de ontwerpvergunning worden ter inzage gelegd. Tegen beide onderdelen kunnen dan zienswijzen worden ingediend.
Beoordeling zienswijzen
Als zienswijzen worden ingediend tegen de ontwerp VVGB, vindt de beoordeling en eventuele verwerking daarvan in de definitieve beslissing omtrent de VVGB plaats door het bestuursorgaan dat bevoegd is de VVGB te geven.
Uitspraak
In de zaak die aan de orde was in de uitspraak van de Raad van State van 9 mei 2018 was in het kader van de aanvraag om een omgevingsvergunning een VVGB nodig. De gemeenteraad was bevoegd om die VVGB te geven. De ontwerp VVGB is echter niet opgesteld door de gemeenteraad, maar door het college. Daardoor hebben derden niet de mogelijkheid gehad om zienswijzen in te dienen naar aanleiding van het standpunt van de gemeenteraad. Dit is in strijd met artikel 3.11 Wabo. De omstandigheid dat de gemeenteraad wel de definitieve VVGB heeft genomen, doet hier niets aan af.
mw. mr. Franca Damen