VVGB wel of geen apart besluitonderdeel?

Of een verklaring van geen bedenkingen wel of niet als een apart besluitonderdeel moet worden aangemerkt, kan van belang zijn in een juridische procedure. Wanneer immers tegen een besluitonderdeel geen zienswijze of bezwaar is ingediend, kan daar in beroep niet alsnog tegen geageerd worden. Interessant in dat kader is een uitspraak van rechtbank Noord-Nederland van 14 april 2017 (ECLI:NL:RBNNE:2017:1476), zeker wanneer deze wordt vergeleken met een eerdere uitspraak van de Raad van State.

Het is inmiddels vaste rechtspraak dat elk van de in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bedoelde toestemmingen die in een omgevingsvergunning zijn opgenomen, moeten worden aangemerkt als besluitonderdeel.

Over de vraag of een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) die in het kader van een omgevingsvergunning moet worden verstrekt een apart besluitonderdeel is, bestaat daarentegen nog geen vaste rechtspraak. Daartoe worden de uitspraak van rechtbank Noord-Nederland van 14 april 2017 en een uitspraak van de Raad van State van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2535) met elkaar vergeleken.

In de uitspraak van 28 september 2016 oordeelde de Raad van State dat een VVGB een apart besluitonderdeel is:

“De door appellante 3 bedoelde verklaring van geen bedenkingen is vereist indien handelingen als bedoeld in artikel 75b van de Ffw worden verricht, waarvoor, zouden deze handelingen op zichzelf staan, een ontheffing op grond van de Ffw is vereist. Indien een omgevingsvergunning is vereist, wordt de toestemming voor het verrichten van dergelijke handelingen verleend door middel van een verklaring van geen bedenkingen bij de omgevingsvergunning. Gelet hierop ziet de vraag of daarvoor een verklaring van geen bedenkingen is vereist op een afzonderlijke toestemming. Deze toestemming moet, evenals de in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo bedoelde toestemmingen, als een afzonderlijk besluitonderdeel worden opgevat.”

Met andere woorden: omdat de VVGB ziet op een afzonderlijke toestemming (ontheffing Flora- en faunawet), moet de VVGB als een afzonderlijk besluitonderdeel worden aangemerkt.

“Bepalend is of een VVGB ziet op een afzonderlijke toestemming.”

Dit was anders in de uitspraak van rechtbank Noord-Nederland van 14 april 2017. In die zaak ging het om een omgevingsvergunning voor bouwen en planologisch strijdig gebruik. In beroep stelde de appellant zich op het standpunt dat voor het planologisch strijdig gebruik ten onrechte geen VVGB door de gemeenteraad was verstrekt. Omdat de appellant hierover niets had aangevoerd in zijn zienswijze tegen het ontwerpbesluit, was de vraag aan de orde of de VVGB moet worden aangemerkt als een afzonderlijk besluitonderdeel.

De rechtbank heeft deze vraag ontkennend beantwoord. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat de VVGB in die zaak, anders dan in de voormelde uitspraak van de Raad van State, niet ziet op een zelfstandige toestemming los van de verleende omgevingsvergunning. De VVGB is namelijk verbonden aan de omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik.

Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake is van een zelfstandige toestemming als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo en dat de VVGB dus geen apart besluitonderdeel is.

Het is interessant hoe deze rechtspraak zich verder zal ontwikkelen.

mw. mr. Franca Damen