Het belanghebbendebegrip: invulling gevolgen van enige betekenis

Voor het zijn van belanghebbende moet aannemelijk zijn dat ter plaatse van de woning of het perceel van de betrokkene “gevolgen van enige betekenis” kunnen worden ondervonden, zo overwoog de Raad van State in een uitspraak van 16 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:737). Maar hoe moeten die “gevolgen van enige betekenis” worden ingevuld? Daarover deed de Raad van State op 23 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2271) een uitspraak.

Uitgangspunt is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die een besluit – zoals een bestemmingsplan of een vergunning – toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Maar die gevolgen moeten wel van “enige betekenis” zijn.

Om vast te stellen of er sprake is van gevolgen van enige betekenis, spelen verschillende factoren een rol. Factoren die bijvoorbeeld een rol kunnen spelen, zijn afstand tot, zicht op, planologische uitstraling en milieugevolgen van de activiteit die het besluit toestaat. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.

Bij de milieugevolgen kan het om verschillende aspecten gaan, zoals geur, geluid, licht, trilling, emissie en risico. Als voor een milieugevolg een norm – zoals een afstandseis, een contour of een grenswaarde – geldt, dan is die norm is niet bepalend voor de vraag of de betrokkene belanghebbende is bij een besluit.

Als de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van de betrokkene zo gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt, dan is geen sprake van gevolgen van enige betekenis. Dat betekent dat de betrokkene in dat geval niet als belanghebbende bij het besluit kan worden aangemerkt.

Het bevoegd gezag moet op deze manier steeds aan de hand van (onderzoek naar) de feitelijke gevolgen van een besluit de kring van belanghebbenden vaststellen. De Raad van State merkt daarbij nog op dat de kring van belanghebbenden kan verschillen afhankelijk van de aard van het besluit. Zo hoeft de kring van belanghebbenden bij een handhavingsbesluit niet altijd samen te vallen met de kring van belanghebbenden bij een besluit tot vergunningverlening.

mw. mr. Franca Damen