Handhaving door college jegens gemeenteraad?

In een uitspraak van de Raad van State van 8 februari 2017 (201601099, ECLI:NL:RVS:2017:306) was de vraag aan de orde of het college van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een handhavingsverzoek bevoegd was om handhavend op te treden tegen de raad van de eigen gemeente vanwege het niet binnen tien jaar actualiseren van het bestemmingsplan. Naar het oordeel van de Raad van State moet deze vraag ontkennend worden beantwoord.

Het verzoek aan het college om handhavend op te treden jegens de raad betekent dat het college aan de raad een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom oplegt.

Uit artikel 125 van de Gemeentewet volgt dat het gemeentebestuur bevoegd is tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Deze bevoegdheid wordt door het college uitgeoefend als de last dient tot handhaving van regels die het gemeentebestuur uitvoert.

Een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, is op grond van artikel 5:32 Awb ook bevoegd om in plaats daarvan een last onder dwangsom op te leggen.

Het opleggen van een last onder bestuursdwang houdt in deze situatie in dat het college de raad zou gelasten om het bestemmingsplan te actualiseren en dat, indien de raad daaraan niet zou voldoen, het college door feitelijk handelen de last – inhoudende het actualiseren van het bestemmingsplan – ten uitvoer zou leggen.

Het actualiseren van het bestemmingsplan komt neer op het vaststellen van een herziening van het bestemmingsplan. Dat is geen feitelijk handelen, maar het nemen van een besluit. Alleen de raad is op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd om (een herziening van) een bestemmingsplan vast te stellen.

Dat betekent dat het college geen last onder bestuursdwang kan opleggen waarbij het de raad gelast om een herziening van het bestemmingsplan vast te stellen. Als de raad daaraan niet zou voldoen, zou het college de last namelijk niet alsnog zelf kunnen uitvoeren door feitelijk handelen.

Omdat het college geen last onder bestuursdwang kan opleggen, kan het college evenmin een last onder dwangsom opleggen. Dat betekent dus dat het college niet bevoegd was om handhavend op te treden jegens de raad vanwege het niet tijdig actualiseren van het bestemmingsplan.

Dat in artikel 7.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening aan het college de bestuurlijke handhaving is opgedragen van het bepaalde bij of krachtens die wet, maakt dit niet anders. Dit doet er namelijk niet aan af dat het college de raad niet kan gelasten om het bestemmingsplan te actualiseren.

mw. mr. Franca Damen