Bekostiging maatregelen
Deze column verscheen in oktober 2018 in de regiobladen van Agrio.
Onlangs volgde ik een juridische opleidingsdag over klimaat en energie. Dat zijn twee onderwerpen die grotendeels hand in hand gaan en in de toekomst voor iedere sector steeds belangrijker worden. Dat volgt onder andere uit het Klimaatverdrag van Parijs (2015). Dit klimaatverdrag gaat vooral over energietransitie.
Op dit moment geldt voor bedrijven de verplichting om binnen het bedrijf alle energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Daarvoor is in de Activiteitenregeling een overzicht van erkende maatregelen energiebesparing per bedrijfstak vastgesteld. Omdat de overheid vaak geen zicht heeft op de manier waarop bedrijven aan de energiebesparingsverplichting voldoen, heeft de overheid voorgesteld om hiervoor een meldplicht in te voeren. Op grond van die meldplicht moeten bedrijven uiterlijk op 1 juli 2019, en vervolgens eenmaal per vier jaar, aan het bevoegd gezag melden welke energiebesparende maatregelen zijn getroffen.
In de toekomst zullen de eisen omtrent klimaat en energie alleen maar toenemen. Met het oog daarop is onder andere een nationaal Klimaatakkoord in ontwikkeling. Het doel van dit akkoord is om 14,3 Mton extra (dus bovenop bestaand beleid) emissiereductie te realiseren voor 2030. Daarvoor zijn per sector de hoofdlijnen voor de emissiereductie besproken.
Tijdens de opleidingsdag over klimaat en energie die ik volgde, werd aangegeven dat er in de sector industrie discussie is over de maatregelen voor de emissiereductie en over wie wat gaat betalen. In mijn eigen woorden vertaald, zou de bereidheid binnen de industrie om steeds verdergaande maatregelen (met bijbehorende investeringen) te treffen, op beginnen te raken, omdat dit onder andere gevolgen heeft voor het level playing field, de concurrentie. Op zich kan ik mij daar wel iets bij voorstellen; het moet immers ook economisch verantwoord zijn om in maatregelen te investeren. Maar het deed mij ook meteen denken aan de agrarische sector – onze voedselproducenten – die keer op keer worden geconfronteerd met een aanscherping van wet- en regelgeving en die steeds opnieuw worden gedwongen om verdergaande maatregelen (met bijbehorende investeringen) te treffen. Het maatregelenpakket zorgvuldige veehouderij (2017) van de provincie Noord-Brabant is daarvan een voorbeeld bij uitstek. Op grond hiervan worden veehouders onder andere gedwongen om (vóór 1 januari 2022) te investeren in ammoniakemissiereducerende technieken, en dat nota bene om (stikstof)ontwikkelingsruimte te creëren voor de industrie. Waar gaat het mis?
mw. mr. Franca Damen