Overheidshandelen
Deze column verscheen in juni 2018 in de regiobladen van Agrio.
In het ene na het andere rapport over bijvoorbeeld natuur, klimaat of emissies wordt negatief over de landbouw gesproken. Het is een keer genoeg. LTO berichtte onlangs dan ook terecht ‘stop met landbouw de schuld geven’. De overheid zou eerst eens haar eigen handelen beter moeten reflecteren, bijvoorbeeld als het gaat over het ammoniakbeleid of de verhoging van de emissienormen voor (met name gecombineerde) luchtwassers in de Regeling geurhinder en veehouderij. In beide gevallen handelt de overheid in afwijking van haar eigen beleid en dat komt ten nadele van de veehouderij.
Als we kijken naar het ammoniakbeleid dan is duidelijk dan Hanekamp e.a. de vinger op de zere plek lijken te leggen. Nadat begin 2017 het rapport ‘Ammoniak in Nederland. Enkele kritische wetenschappelijke kanttekeningen’ werd gepubliceerd, werd onlangs het rapport ‘Ammoniak in Nederland. Een noordoostelijke spelbreker’ gepubliceerd. De conclusies van het rapport zijn glashelder: de metingen van het belangrijkste agrarische ammoniak meetstation worden vervuild door een directe lokale bron, een pluimveehouderij. Die pluimveehouderij staat namelijk te dicht bij het meetstation. Terwijl er volgens het RIVM voor het verkrijgen van representatieve metingen geen lokale bronnen binnen 300-500 meter van het meetstation mogen staan, staat de veehouderij op een afstand van slechts 150 meter. Het RIVM corrigeert de metingen niet voor deze lokale bron en sommige rapportages (van bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant) worden kennelijk zelfs zodanig aangepast dat deze bron buiten beeld blijft. Het enige wat de overheid na het bekend worden van deze feiten doet, is alles ontkennen. Ik ben geen deskundige op dit specifieke (meet)gebied, maar naar mijn mening is duidelijk dat het ammoniakbeleid niet deugt. Het wordt tijd dat de overheid dit probleem oplost in plaats van vergroot.
En als we dan kijken naar de verhoging van de emissienormen voor luchtwassers in de Regeling geurhinder en veehouderij, dan doet zich een vergelijkbare situatie voor. Deze verhoging wordt gebaseerd op een onderzoek van WUR naar de geurverwijderingsrendementen van luchtwassers in de praktijk, terwijl bij dat onderzoek de nodige kanttekeningen kunnen worden geplaatst. Sterker nog, de WUR is in het onderzoek afgeweken van aanbevelingen uit eerder onderzoek én van het eigen protocol voor geurmetingen! Een dergelijk onzorgvuldig onderzoek kan niet ten grondslag worden gelegd aan een wijziging van wetgeving met zulke drastische gevolgen voor de praktijk. Het wordt tijd dat de overheid kritischer naar haar eigen handelen gaat kijken.
mw. mr. Franca Damen