Besluit in strijd met Brummen-jurisprudentie

Dat een rechtbank een beroep gegrond heeft verklaard en niet zelf in de zaak heeft voorzien, laat onverlet dat de rechtbank in die uitspraak een oordeel uitdrukkelijk en zonder voorbehoud kan hebben gegeven. Door hiervan in een nieuw besluit af te wijken, wordt gehandeld in strijd met de zogenoemde Brummen-jurisprudentie. Dit was aan de orde in een uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 29 december 2016, gepubliceerd op 25 januari 2017 (ECLI:NL:RBMNE:2016:7282).

Brummen-jurisprudentie

De Brummen-jurisprudentie kent zijn oorsprong in een uitspraak van de Raad van State van 6 augustus 2003 (200206222, ECLI:NL:RVS:2003:AI0801). In deze uitspraak heeft de Raad van State geoordeeld dat het niet instellen van hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank tot gevolg heeft dat, als in beroep tegen de nieuwe beslissing op bezwaar beroepsgronden worden aangevoerd, die door de rechtbank in die eerdere uitspraak uitdrukkelijk en zonder voorbehoud zijn verworpen, de rechtbank van de juistheid van het eerder gegeven oordeel over die beroepsgronden heeft uit te gaan.

Het voor een tweede keer beoordelen van door de rechtbank eerder uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen beroepsgronden miskent namelijk het gezag van de rechterlijke uitspraak waartegen geen rechtsmiddel is aangewend. De rechtszekerheid brengt met zich dat het betrokken bestuursorgaan en belanghebbenden mogen uitgaan van de rechtmatigheid van het besluit, voor zover hiertegen beroepsgronden zijn gericht en de rechtbank deze uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft verworpen.

Uitspraak rechtbank Midden-Nederland

In de zaak die aan de orde was in de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 29 december 2016 heeft het bevoegd gezag gehandeld in strijd met deze Brummen-jurisprudentie.

Volgens het bevoegd gezag was er in de eerdere uitspraak geen sprake van een uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven oordeel van de rechtbank en had hij nog de gelegenheid om een nadere motivering te geven. Dit volgt volgens het bevoegd gezag uit de omstandigheid dat de rechtbank in die eerdere uitspraak niet zelf in de zaak heeft voorzien.

De rechtbank volgt dit betoog van het bevoegd gezag niet. Er kunnen namelijk verschillende redenen zijn voor een rechtbank om niet zelf in de zaak te voorzien. Dit laat onverlet dat de rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een oordeel kan hebben gegeven. Uit de eerdere uitspraak volgt duidelijk dat de rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een oordeel heeft gegeven. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat niet is gebleken van nieuwe feiten en omstandigheden, had het bevoegd gezag bij zijn nieuwe beoordeling uit moeten gaan van het rechtsoordeel uit de eerdere uitspraak. Door dat niet te doen, heeft het bevoegd gezag naar het oordeel van de rechtbank gehandeld in strijd met de Brummen-jurisprudentie. De rechtbank heeft het besluit van het bevoegd gezag daarom vernietigd.

mw. mr. Franca Damen